Contrareformatie
in West-Vlaanderen
Een
voorbeeld van plaatselijke geschiedenis
Bart
Vandenbussche
15. VARIA
15.1 Reglementvoor uitbesteding van ame mensen te Woumen
(1765)
Op de dis of het armenbestuur berustte
in vroegere tijden grotendeels de zorg voor de armen van de parochie
: weeskinderen, zwakzinnigen, ouden van dagen, gehandicapten, enz. In
de disrekeningen kan men jaar na jaar nagaan welke steun er aan de
behoeftigen werd verleend in de vorm van geld, voedsel, klederen,
brandstof, medicijnen en andere benodigdheden. Soms diende het
armenbestuur volledig in het onderhoud voorzien. Daarom ging de dis
over tot een publieke aanbesteding, waarop de behoeftigen, vaak voor
een jaar, aan de minstbiedende werden toevertrouwd. Men mag aannemen
dat sommigen in de opname van een arme, een zieke, een weeskind, een
bejaarde, een gehandicapte, enz. een menslievende daad hebben gezien,
waarvoor zij slechts een geringe vergoeding vroegen. Maar om
misbruiken tegen te gaan waren de pastoor en de dismeester verplicht
een reglement daarvoor uit te vaardigen. Hieronder volgt de integrale
tekst van een dergelijk reglement opgesteld door pastoor Van
Craeyelynghe (1748-1769) van Woumen en zijn dismeester Guilliaeme De
Coene:
- Hieronder volgen de voorwaarden
volgens dewelke op de 28ste april 1765 de arme personen en
kinderen van Woumen door de pastoor en de dismeester zullen worden
uitbesteed aan de minstbiedende voor een periode van
één jaar, die ingaat op 28 april 1765 en die eindigt
op 30 april 1766.
- Zij die de arme personen zullen
aannemen, zijn verplicht om hen behoorlijk te onderhouden en te
voeden. In geval van ziekten, kwellingen, kwetsuren of andere
ongesteldheden zullen ze er zorg voor dragen op hen te passen en
hen te laten bezoeken door dokters of chirurgijnen met eventuele
levering van medicijnen. Alle kosten daarvan zijn ten laste van de
aannemer.
- Verder zijn de aannemers ook
verplicht om de toegewezen arme personen of kinderen behoorlijk te
voorzien van lijnwaad, wollen kleren, kousen, schoenen en alle
andere nodige kledij.
- Ook zijn de aannemers verplicht
om de arme kinderen of personen behoorlijk te voorzien van een
goede slaapgelegenheid en de kinderen goed te wassen om zo alle
vuiligheid uit het hoofd als uit de kledij te weren, zoals zij in
eerlijke redelijkheid en manieren gewoon zijn om te
doen.
- Voorts zijn de aannemers
verplicht om de kinderen, die bekwaam zijn, minstens gedurende
drie maanden in het winterseizoen naar school te zenden en hen
het hele jaar - of wanneer er lering is - op zon- en feestdagen
naar het catechismusonderricht te zenden.
- In het geval dat de aannemers
dezelfde arme personen of kinderen niet behoorlijk voeden, kleden,
onderhouden, van een goede slaapplaats voorzien of iets anders
laten ontbreken gedurende het jaar van uitbesteding en zij dus
niet voldoen aan de voorwaarden van dit reglement, dan heeft de
dismeester de mogelijkheid om de aannemers onmiddellijk uit te
sluiten en hen alleen maar te betalen naar rato van de verlopen
tijdsperiode.
-
(uit J. VLAMYNCK,
Een reglement voor
de " publique bestedynghe van aerme persoonen ende kynderen vanden
disch. Woumen 1765., - Biekorf,
LXX (1969), p.
112-114)
1. (a) Wie werd in het Ancien
Régime door de armendis onderhouden?
(b) Welke vorm nam deze steun
aan?
2. (a) Soms werden behoeftigen aan
een nieuw gezin uitbesteed. Hoe verliep deze
uitbesteding?
(b) Welke verplichtingen stonden
daartegenover?
(c) Wat gebeurde er met een gezin
dat zijn verplichtingen tegenover de behoeftige niet
nakwam?