|
De bank en echtscheiding
Op maandag 6 februari 1995 hadden we Mr. Ingrid Houbrechts, hoofd van
de juridische dienst van een bank in Hasselt, in huis om ons te
spreken over de problematiek van de bank in verband met echtscheiding.
Moderator was de heer Vermylen, gepensioneerde kantoorhouder van
diezelfde bank.
Uit de uiteenzetting van Mr. Houbrechts lichten we de belangrijkste
informatie die ons nuttig lijkt om te onthouden.
· Commentaar bij de nieuwe wet van 30 juni 1994 :
1- De overspelbetrapping bij een E.S. op feiten is een dure
aangelegenheid. De wachtperiode tussen verzoekschrift en dagvaarding
is weggevallen. Voor eenvoudige gevallen kan de rechtbank al op
de inleidende zitting een echtscheiding uitspreken. De bank komt
tussen na E.S. bij de vereffening en verdeling.
2- De duur van een E.O.T.-procedure is verkort van 14 tot 6 maanden
met 2 verschijningen. De notariële akte vooraf is voor een
E.O.T. niet meer noodzakelijk. Na de uitspraak geldt de overeenkomst
ook naar derden toe en dat heeft voor de bank gevolgen.
3- Bij de E.S. op grond van 5 jaar feitelijke scheiding (nu 2 jaar)
is de bewijsvoering versoepeld : de bekentenis dat men vijf jaar
(nu twee jaar) feitelijk uit elkaar woont, wordt nu aanvaard door
de rechtbank als toereikend om de E.S. toe te kennen. Ook hier staan
financiële belangen op het spel nà de uitspraak.
· Kinderen en onderhoudsgelden :
1- Bij de bepaling van onderhoudsgelden moet er rekening mee
worden gehouden, dat kinderen ouder worden en meer gaan kosten.
2- Op kinderen die op 18 jaar meerderjarig worden is de vroegere
gerechtelijke uitspraak in principe niet meer van toepassing. Die
kinderen moeten dan in principe ook zelf een vordering tot onderhoudsgeld
instellen.
3- De factor standing in het gezin is voor de rechtbank ook bepalend
of er voor universitaire studies onderhoudsgeld wordt toegekend.
· Financiële aspecten van kinderen en de bank :
1.- Een minderjarig kind mag een bankrekening openen met bijstand
van zijn beide ouders, maar het mag niet vrij beschikken over de
bedragen daarop. Uitzondering wordt gemaakt vanaf 12 jaar : dan
mag de minderjarige per maand 5.000 F.(nu 124 euro) afhalen zonder
medeweten van de ouders. Een 15-jarige mag beschikken van zijn rekening
over wat voortspruit uit zijn arbeidsactiviteit zonder tussenkomst
van de ouders (b.v. wat hij tijdens een vakantiejob heeft verdiend).
2.- Kunnen ouders beschikken over de spaartegoeden van rekeningen
van hun kinderen ? Bij scheiding mag enkele de hoedegerechtigde
ouder dat, omdat hij het vermogen van zijn kinderen moet beheren
als een goede huisvader. De niet-hoedegerechtigde ouder heeft al
een probleem om een rekening op naam van zijn kind te openen. Als
het hem toch lukt, dan komen de gelden die hij erop stort ter kennis
van de hoedegerechtigde ouder en die mag die gelden afhalen. Hijzelf
kan niet meer aan de gelden die hij op de rekening geplaatst heeft.
Een bezoekgerechtigde ouder kan een rekening op zijn eigen naam
openen, daarop gelden plaatsen voor zijn kind en als dat kind dan
18 jaar wordt, kan hij de rekening overhevelen op naam van dat kind.
Hij kan voor dat kind ook kasbons kopen, die zelf bewaren en ze
het kind schenken bij diens meerderjarigheid. Een hoedegerechtigde
ouder mag een rekening openen samen met zijn/haar kinderen.
· De echtelieden zelf en de bank bij scheiding :
1.- Als één partij het onroerend goed wil overnemen
met de hypothecaire lening, dan rijst het probleem van de ontlasting
van de andere van die lening. Leg je echtelijke moeilijkheden liefst
voor aan de bank. Zij zoekt dan in overleg naar een passende oplossing.
De bank zal zich ook soepeler opstellen na een echtscheiding dan
voor het vonnis b.v. over de overname van de lening.
2.- Als iemand in scheiding is en een nieuwe lening aanvraagt bij
de bank, dan handelt de bank in overeenstemming met de wettelijke
bepalingen : één huwelijkspartner kan niet alleen
een lening aangaan. Toch kan het, als de andere echtgenoot meetekent
met de clausule van ontlasting voor hem/haar na de echtscheiding.
3.- Als echtelieden met een zaak een kaskrediet aangaan, lukt dat
enkel met de beide handtekeningen. Bij onmin kan één
partner over tegoeden beschikken eer die vertrekt, de andere blijft
met het probleem achter. Als die andere dat kan voorzien, dan kan
hij zelf het tegoed afhalen en het op een nieuwe rekening plaatsen.
Die som is dan veilig. Een einde stellen aan een krediet gaat enkel
als de andere partner meewil, anders niet.
4.- Kan men het afhalen van spaartegoeden vermijden ? Men moet er
op tijd bij zijn. Als de rekening op de persoon zelf staat, is dat
geen enkel probleem. Als er een volmacht voor de andere bestaat,
moet die op tijd worden ingetrokken. In vele gevallen komt die maatregel
wel te laat. Bij de opening van een gemeenschappelijke rekening
kan je enkel met de 2 handtekeningen handelen. De bankier vraagt
meestal of de beide partners een volmacht aan elkaar willen toekennen
om ieder afzonderlijk te handelen. Die wederzijdse volmacht intrekken
heeft als negatief gevolg, dat je zelf niet meer op de rekening
verrichtingen kan doen. Hier kan de bemiddeling van de bankier die
rekening uit de impasse halen.
Na de pauze kwamen nog heel wat belangwekkende vragen
aan de orde. We halen er hier enkele aan :
· Wat met grootouders die een rekening met volmacht op eigen
naam op naam van hun kleinkinderen openen ? Hier geldt ook dat de
hoedegerechtigde ouder kan handelen, als die kennis krijgt van die
rekening.
· Kan een niet-hoedegerechtigde ouder aan de bank vragen
hoeveel er op de rekening staat ? Juridisch gezien kan de bank niet
verplicht worden die informatie te verstrekken.
· Als de Wet Beaufays over de gezamenlijke uitoefening van
het ouderlijk gezag (het co-ouderschap) echt van toepassing wordt,
moet dan heel die bankreglementering niet worden aangepast ? Daarover
is nu overleg bezig, zegt de advocate. Op praktisch organisatorisch
vlak gaan er dan heel wat problemen ontstaan.
· Kan de hoedegerechtigde ouder effecten voor de kinderen
die vastgezet worden tot die kinderen 18 jaar worden, gaan afhalen
? Jawel, het onherroepelijke is hier toch herroepelijk !
· Hoe zit het met de gehuurde safe bij huwelijksmoeilijkheden
? De huur ervan staat gelijk met de beschikking over een klein lokaaltje
voor privégebruik. De vrederechter kan op vraag en met argumentatie
van de vrager een beschikking uitvaardigen waarbij de safe verzegeld
wordt. Dan wordt een slotje aangebracht op de safe in aanwezigheid
van de vrederechter en van beide partijen. De vrederechter kan op
vraag ook de ontzegeling gelasten met opening van de safe en opmaken
van de inventaris van de inhoud. Op dat ogenblik krijg je dan de
discussie over wat is van mij en wat is van haar ?
Inzake informatie was deze vergadering voor onze aanwezigen bijzonder
nuttig.
G.D.
|
|