De abdij van Herkenrode
Luister naar een stukje muziek van JS Bach. Klik hier
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blazoen van Herkenrode naar een tekening van Francis Goole (overgenomen uit "Herkenrode 800 jaar") |
Herkenrode vroeger
Glasraam van de oude abdijkerk
naar een idee van Xavier Spelmans
met het wapenschild van
abdis Beatrix van Lobosch (1341 –
1354)
Gesticht omstreeks 1182 door Gerard, graaf van Loon. Het grondgebied maakte deel uit van het eigengoed van de graaf, dat hij tegen zeer gunstige voorwaarden verkocht aan een zekere Broeder Hendrik uit de abdij van Aulne (Henegouwen). Sommige geschiedschrijvers spreken van een schenking door de graaf, met als voorwaarde er een klooster van Cisterciënzerinnen op te richten.
|
|
|
Het graafschap Loon strekte zich uit over het grondgebied dat
ongeveer de huidige provincie Limburg uitmaakt. De graven wilden hun invloed
uitbreiden door gebieden van het Bartholomeuskapittel te verwerven en daarna
verlangden zij een grote abdij op hun grondgebied. Toen hun burcht te Borgloon
grotendeels werd vernield, bouwden de graven te Kuringen hun Kasteel en zij
kozen Herkenrode als begraafplaats.
In 1217 werd Herkenrode officieel in de Orde van Citeaux opgenomen;
zij was de eerste en de grootste vrouwenabdij van deze Orde in de Nederlanden.
Reeds in 1218 verwierf de abdij het tiende- en patronaatsrecht van Kuringen en
van verscheidene andere parochies.
De abdij werd door de Loonse graven en hun edellieden rijk begiftigd
met ontelbare schenkingen van eigendommen, heffingsrechten enz. Zo groeide zij
al snel uit tot één der rijkste stichtingen van het hele gebied. Het grondbezit
besloeg meer dan
Herkenrode kreeg al snel de naam van adellijk klooster; maar,
ondanks herhaalde pogingen, werd het geen adellijk stift.
Vanaf 1317 werd de abdij bekend als bedevaartsoord, omwille van het
Heilig Sacrament van Mirakel. Deze legende vertelt dat, toen de onderpastoor
van het nabijgelegen Viversel bij een zieke werd geroepen om hem de H. H.
Sacramenten toe te dienen, de hostie door oningewijden werd betast. De hostie
was hierdoor met bloed bevlekt en de priester was ten einde raad. Na overleg met
zijn pastoor, werd hem opgedragen de ontwijde hostie naar Herkenrode te
brengen. Tijdens zijn reis kwam hij een kudde schapen tegen die prompt op hun
knieën vielen. Bij Herkenrode gekomen begonnen de klokken te luiden, zonder dat
iemand daar een hand naar uitstak. Toevallig werd er de H. Mis opgedragen door
Adam, kloosterling van Aulne. De nonnen zongen en toen de kapelaan met de
hostie de kerk binnenkwam, draaide de priester die de mis opdroeg zich om aan
het altaar en viel op de knieën, zonder dat hij van tevoren wist wat de
kapelaan naar binnen bracht. Toen de kapelaan de ciborie met de hostie op het
altaar plaatste, vertoonde de Zaligmaker zich in de gedaante van een mooie
jongeling, met op zijn hoofd een doornenkroon, die opvallend blonk. Al degenen die
aanwezig waren keken verrukt toe en begonnen intens te bidden. Een vrouw die
reeds enige tijd was bezeten door de boze geest, genas meteen. Deze feiten
maakten van Herkenrode een bedevaartsoord, waar jaarlijks op Sacramentsdag een
grote processie werd gehouden. De H. Hostie werd in een prachtige monstrans
tentoongesteld en er gebeurden nog talrijke mirakelen. Het hele verhaal dient
wellicht om het dogma van Christus' aanwezigheid in de eucharistie, waar in
deze periode twijfels over worden geuit, kracht bij te zetten. De Heilige
Hostie heeft een hele lijdensweg afgelegd. Troebelen en plunderende soldaten en
ook de Franse Revolutie waren de oorzaak dat de H. Hostie in 1804 naar Hasselt
werd overgebracht, waar zij nog steeds wordt bewaard. In het Hasseltse Museum
Stellingwerf-Waerdenhof wordt de verguld zilveren monstrans uit 1286 bewaard
waarin het Sacrament van Mirakel getoond werd.
Wat
de gebouwen betreft, had Herkenrode als lid van de Orde van Citeaux, zich aan
strenge voorschriften te houden. Het klooster diende opgericht te worden op een
afgelegen plaats, ver van alle bewoning, en buiten de kloosterpoort mochten er
geen gebouwen worden opgetrokken.
Er bestaan nog slechts weinig sporen van de oorspronkelijke gebouwen
die werden opgericht vanaf de 12de tot de 15de eeuw.
Plunderingen en verwoestingen in het begin van de 16de eeuw leidden
tot een intense bouwactiviteit. Abdis Mechtildis de Lechy was gedreven door een
grote vernieuwingsdrang; tot 1538 werden talrijke werken uitgevoerd in
Maaslandse laatgotische, vroegrenaissance-stijl. Dit was ook de periode dat
prins-bisschop Erard van der Marck het kasteel van Kuringen, na jaren van
verwaarlozing, liet ombouwen tot een luxueus buitengoed.
|
|
Het imposante poortgebouw van de abdij dateert van 1531; het draagt de wapenschilden van abdis Mechtildis de Lechy en van prins-bisschop Erard van der Marck. Tijdens de 18de eeuw werden aan het poortgebouw dagelijks honderden broden aan de armen uitgedeeld. |
Op het neerhof bevinden zich een woonhuis, stallingen en een grote tiendenschuur met het wapenschild van Anne Cathérine de Lamboy met haar spreuk: "Pie et Provide", zinspelend op de tienden die in de schuur werden ondergebracht. Verder lezen we "L'abondance de Dieu", waarvan de in hoofdletters gebeitelde LDCDDIV een chronogram vormen met het jaartal 1656, het jaar dat abdis Anne Cathérine de Lamboy (1653-1675) de schuur liet verbouwen. 'Gods overvloed' zoals die op de velden van Kuringen is geoogst, wordt in deze reusachtige ruimte in de vorm van tienden opgeslagen. De twee buitenhoeken van het neerhof waren geflankeerd met torens; één staat er nog, het was een duiventil voor postduiven. |
|
|
Op
de Demer stond (momenteel gerestaureerd) de oude abdijmolen, nog gebruikt tot
de eerste helft van de 20ste eeuw.
Nemen wij nu de weg die loodrecht op de schuur uitkomt; deze weg
loopt op de plaats waar eens de abdijkerk gestaan heeft. Het klein vierkantig
gebouw rechts is een kerkhofkapel; zij stond los van het kerkgebouw. Het gewelf
is versierd met het wapenschild van Anne-Cathérne de Lamboy.
De
kloostergemeenschap emigreerde, na de definitieve bezetting van onze gewesten
(1794), naar Duitsland. Na de annexatie (1795) werden op 1 september 1798 alle
kerkelijke instellingen en goederen tot nationaal domein verklaard. De
kunstvoorwerpen uit de kerk zijn verspreid: de prachtige glasramen werden in
|
|
|
Restauratie en renovatie van het domein
Sinds 1972 is het oostelijke deel van de gebouwen (sacristie,
verblijf van de monialen, infirmerie, 16e eeuws abdissenverblijf en 18e eeuws
abdissenverblijf) en het Engelse landschapspark eigendom van de Kanunnikessen
van het Heilig Graf. Zij vulden de gebouwen aan met een kerk en
verblijfsgebouwen.
Sinds 1998 is het
westelijke deel van de gebouwen (poortgebouw, hoeve, tiendschuur paardenstal,
vissershuisje, molen en de verder gelegen Tuiltermolen) en de
Het geheel van de gebouwen en de omgeving is sinds
1974 beschermd als monument en als landschap.
Een toekomst voor Herkenrode
De Kanunnikessen van het
Heilig Graf bouwden hun deel van de site reeds uit tot klooster en
bezinningshuis. Voor de vakwerkbouw waar de monialen verbleven en de infirmerie
uit 1658 die nog niet zijn gerestaureerd, zijn de planner nog niet bekend.
Het deel toebehorend aan het Vlaamse gewest wordt volledig gerestaureerd en krijgt nieuwe bestemmingen.
Kruidentuin Herkenrode
De realisatie van een
Een abdijtuin of een reproductie ervan zou het op
Herkenrode niet worden. Dat stond van meet af aan vast. Wel een hedendaags
kruidenpark. Exclusiviteit en originaliteit, recreatieve en educatieve
attractiviteit voor een gevarieerd publiek van professioneel geïnter-esseerden
tot eenvoudige dagjesmensen zouden de absolute troeven vormen. Daarbij staat
centraal het steeds opnieuw boeiende en intrigerende verhaal van de kruiden en
hun gebruik door de mens van alle tijden en culturen tot op vandaag.
De kruidentuin bestaat uit twee grote delen: de hortus
officinalis en de campus officinalis. In beide tuindelen zijn telkens ongeveer
225 verschillende kruiden en kruidachtige planten terug te vinden,
Nooit te oud om te leren
De hortus officinalis bestaat uit twaalf
afzonderlijke tuinkamers, die gestileerde voorstellingen zijn van het
gevarieerde Demerlandschap. Via openingen in een lange, op termijn met haagbeuk
overwelfde wandelgang van bijna
Waterbekkens
en fonteinen verhogen de rustige sfeer. Volgens het alfabet zijn de families
van geneeskrachtige planten als in een boek over de twaalf kamers verdeeld.
Aan de rand van de tuinkamers in de middengang werden buxussen geplant. Eens
volgroeid zullen ze vormgesnoeid worden en dan prachtige, indrukwekkende
massieven vormen: een kubus of zuil, een kegel of balk, een bol, … Ze
zullen mee de identiteit en de herkenbaarheid van elke kamer bepalen.
Tuinen om te gebruiken
Het tweede deel van de tuin bestaat uit de campus
officinalis, de gebruikstuinen. Hier staan de planten steeds gegroepeerd
volgens gebruik: verfkruiden, groenten, keukenkruiden, ... .
De paardenstal heeft momenteel nog
geen bestemming.
Voor de omliggende gronden is een landschapsrestauratie voorzien. Zij
krijgen het uitzicht zoals dat 400 jaar
geleden was. Bomen van soorten die later ingevoerd werden zijn reeds verwijderd en boomgaarden met oude fruitsoorten
zijn reeds aangelegd. De waterlopen en grachten
worden ook terug gebracht in de toestand van weleer en krijgen nieuwe functies.
In het hoevecomplex wordt centraal de
onthaalfunctie voor de site ingericht. De tiendschuur, reeds volledig gerestaureerd en uitgerust, wordt gebruikt voor evenementen
van allerlei aard. In
een deel van de hoeve zal een historisch-educatief centrum worden uitgebouwd
over de cisterciënzers en het leven in de middeleeuwen. De thema's daarvoor
zijn water, architectuur, landbouw,
veeteelt, kruiden en autarkie (zelfvoorziening). Zij worden belicht vanuit de
invalshoeken: historiek, de
toepasbaarheid vandaag en magie en mystiek.
Een ander deel van de hoeve is voorbehouden voor aangepaste
commerciële activiteiten zoals de verkoop van streekproducten,
kruiden en goedgevoelproducten.
In het poortgebouw
worden multifunctionele ruimten ingericht.
Het kostenplaatje van Herkenrode
Als in 2010 het hele
project gerealiseerd is zal dit 1,5 miljard BEF gekost hebben.
De restauratiewerken worden betoelaagd, voor 50 % door
het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, voor 15 % door het provinciebestuur van Limburg
en voor 15 % door het stadsbestuur
van Hasselt. Voor de overige 20 % en voor de kosten voor verbouwingen en uitrusting moeten elders middelen gezocht worden.
Tijdens de eerste fase, de restauratie en uitrusting van
de tiendschuur werden deze gevonden in een subsidie van het Europese Fonds voor Regionale
Ontwikkeling (EFRO) en in het mecenaat van een dertigtal Limburgse ondernemers die, onder impuls van
de gouverneur, elk minstens 1 miljoen BEF
bijdroegen. Zij zijn verenigd in het Sint-Bernardusgenootschap.
Tijdens de verdere fases zal het nog nodige bedrag
gevonden worden o.a. in een bijdrage van de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM). Het project
Herkenrode is immers erkend als toeristisch hefboomproject zoals ook projecten in Tongeren,
Beringen, Bokrijk en het Park der Hoge Kempen.
Voor de exploitatie van het geheel, onder meer de
loonkost van een tiental personeelsleden, moet Herkenrode vzw eigen middelen creëren. Daarom mikt men op
honderdduizend betalende bezoekers per
jaar en zal men creatief gebruik maken van tewerkstellingsprojecten die door de
overheid gesubsidieerd worden.
Herkenrode, een dynamische werf
De volgende jaren zal er in Herkenrode nog intens gewerkt
worden aan restauratie, bouwwerken,
tuinaanleg en opgravingwerken.
De tiendschuur is inmiddels volledig klaar met inbegrip
van de aanpalende vleugel van de hoeve waarin voornamelijk de installaties voor het optimaal
functioneren van de grote 'evenementenschuur' zijn ondergebracht.
Het gerestaureerde vissershuisje zal dienst doen als
onderkomen voor de onderhoudsploeg van de site. De restauratie van dit gebouw
was overigens een uniek herscholingsproject, een
initiatief van de VDAB, waar werkloze arbeiders hun nieuwe bouw- en restauratievak leerden en in de praktijk
brachten.
Begin mei 2007 is de restauratie van het met een
ajuintorentje voorziene poortgebouw voltooid. Dit gebouw van 1531 is het
eindpunt van een lange met een dubbele rij bomen afgeboorde dreef. Het gebouw
dat toen al een knooppunt was in de abdijsite krijgt als functies:
tentoonstellingsruimte, conferentie – en seminarieruimte en mogelijkheid
om beperkte feestjes te geven voor familie, verenigingen of bedrijven.
Er wordt verder gewerkt aan de restauratie van de portierswoning en de
stallingen.
Ook de restauratie van de Tuiltermolen, aan de westelijke rand van het domein,
is aangevat.
Ondertussen zijn de opgravingen die midden 2004 gestart zijn in het
archeologische veld ten einde. Een ploeg onder de leiding van een archeoloog
van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) brengt er de
grondvesten van de kerk en van een aantal kloostergebouwen aan het licht,
onderzoekt ze en brengt ze in kaart.
Via de
voorlopig aangelegde kloostergang krijgt de bezoeker nu al de kans in het hart
van
de
vroegere abdij te staan. Tijdens de wandeling komt hij infopanelen tegen, die
uitleg geven
over de
plaats waar hij zich bevindt en over het toekomstproject. De bakens verwijzen
naar
het archeologische onderzoek, dat vooral erop gericht is informatie te
verzamelen
over
het dagelijkse leven in de abdij.
Deze tijdelijke
inrichting van het archeologisch veld kwam tot stand mmv het landschapsteam
van de
vzw Herkenrode, Opleiding Groenarbeiders VDAB, het Agentschap Bos en
Groen
van de Vlaamse Gemeenschap, Erfgoed Vlaanderen en Eurocompost
Herkenrode, nu reeds
bruisend van activiteit
Sinds 2002 toen de vernieuwde tiendschuur werd
ingehuldigd stromen in de abdij van Herkenrode de
bezoekers reeds toe om er allerhande activiteiten mee te maken. Zij krijgen
daartoe steeds meer mogelijkheden.
De serviceclub Rotary organiseerde er al driemaal een
luisterrijk concert en maakt daar een tweejaarlijkse traditie van. Het Oxfordshire Schools' Senior
Orchestra trad op met honderd uitvoerders.
Erfgoeddag, Open Monumentendag, kerstmarkten, een
hoeveweekend, een ciderfestival, de Dragonderswandeltochten, beurzen en nog
meer van dergelijke initiatieven zijn telkens goed voor duizenden bezoekers.
Bedrijven organiseren er nieuwjaarsrecepties,
seminaries, jubileumvieringen, modeshows en grootse
huwelijksfeesten vinden er plaats.
De talrijke vrijwilligers die zich voor Herkenrode
inzetten organiseren activiteiten waarop zij vrienden uitnodigen: jaarlijks het oogstfeest bij de
abdis en de vierdaagse reis naar cisterciënzerabdijen ergens in Europa.
De tentoonstelling Lichfield 2003, de glasramen van Herkenrode kreeg ruime en
internationale belangstelling
en zal gevolgd worden door grote tentoonstellingen i.v.m. kunst en ambacht.
In 2006 had in Herkenrode de Algemene Assemblee plaats van het Europees Charter van Cisterciënzerabdijen en -sites.
Wandel- en fietspaden doorkruisen het domein en zijn
vrij toegankelijk. Je kunt er ook onder begeleiding van deskundige gidsen terecht voor een historische
wandeling, een natuurwandeling, een wandeling nieuwe bestemmingen, een haikoe-wandeling
waarbij je de site ziet door de ogen van de haikoe-dichter of voor de wichelroedenroute.
In het voorlopige bezoekerscentrum waar het
zondag-zomer-terras druk bezocht wordt zijn de eerste eigenstreekproducten reeds
beschikbaar en de reeks wordt nog aangevuld: kaas, bier
cider, honing en kruidenjenever.
Tal van publicaties, keurig en deskundig
samengesteld, zagen reeds het licht. Zij informeren over Herkenrode in al zijn
aspecten.
Deze publicaties zijn te koop in het
bezoekerscentrum.
Het domein zal beheerd worden op een wijze die de
natuur ten goede komt. De bezoeker wordt de mogelijkheid geboden om van
het patrimonium te genieten. Natuur, cultuur educatie en recreatie gaan hier hand
in hand.
Herkenrode wacht een mooie toekomst.
Gerestaureerde Tiendschuur opnieuw in gebruik
informatie:
Herkenrode abdijsite / bezoekerscentrum
Herkenrodeabdij 4,
3511 Kuringen-Hasselt
tel.
011/33 43 70
fax: 011/33 46 45
websites: http://www.herkenrode.be
http://users.pandora.be/herkenrode
http://.skynet.be/abdijherkenrode_herkenrode.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Abdij_van_Herkenrode
NATUURINRICHTINGSWERKEN: KAPPEN EN
PLANTEN
Het
landschap rondom de abdij wordt heringericht, inclusief de waterlopen, met de
toestand van 300 jaar geleden als model.
Ook
de natuur is in Herkenrode het voorwerp van een intense 'restauratie'. Daar staat
de afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor in.
We volgen richting Herkenrode, over de
brug van de autosnelweg slaan we links af. Aan de linkerkant heeft men een
"GROENE PARKEERPLAATS" aangelegd. Geen asfalt noch beton. Harde
steenslag als basis en daarop lavasteen gemengd met aarde.. Het water krijgt de
kans om terug in de bodem te dringen. Lavasteen neemt water op en geeft het ook
terug vrij. Een droge zomer geeft toch water aan gras en planten, vandaar
groene parkeerplaats.
De
toegangsweg naar het domein bestaat uit een hoofdweg, met links en rechts
kleine toegangswegen. Deze twee kleine dreven waren voor (het plebs) het gewone
werkvolk. Deze mensen moesten die twee smalle dreven gebruiken. Terwijl de
dames en heren, van adel en de notabelen, kwamen in de koets af en aan gereden
door de brede toegangsweg.. De dreef naar het poortgebouw is de eigenlijke
toegangsweg naar het domein. De toegangsweg naar het klooster is er pas gekomen
eind 18de begin 19de eeuw.
Het
poortgebouw en het abdijcomplex is het historisch hart van Herkenrode.
Niet
alle dode bomen van de dreef zijn verwijderd. De dode bomen welke geen gevaar
vormen voor de wandelaar hebben ook hun belang voor tal van diersoorten. BV, -.
Vleermuizen, tal van spechtensoorten. Vogels die hun nest bouwen in holtes
(natuurlijke nestkastjes) Een boom die bijna dood is, is rijk aan allerlei
insecten die zeer gegeerd zijn door vogels..
Waarom
werden nu de Amerikaanse eiken gekapt?
Deze
bomen komen uit een ander continent, men brengt de boom naar hier maar niet
zijn organisme. Bij gebrek aan bepaalde insecten zal deze Amerikaanse eik niet
tot zijn recht komen in ons land. De bladeren vergaan zeer langzaam omdat de
nodige beestjes hier niet aanwezig zijn voor de vertering daarvan. Ook deze
bladeren zorgen voor een afsluiting naar de bodem. De waterstand in dit gebied
is in de winter vrij hoog en in de zomer miniem. De Amerikaanse eik kan zeer
slecht tegen vochtige grond. Onze zomereik daarentegen kan zeer goed tegen
natte gronden.
Ook
in de nabije omgeving werden tal van winterlindes aangeplant dit om de bijenhal
te bevoorraden. Deze bijenhal komt links van het poortgebouw. Ook bijen spelen
een belangrijke rol bij de voortplanting van bomen, struiken en bloemen.
In
het verlengde van de Sacramentstraat, richting klooster, zijn lindes geplant.
En in dezelfde richting zijn ook al 45 hectaren akkerland omgezet in grasland.
De
gronden tussen de, Sacramentstraat en dreef naar het klooster zijn met draad
afgesloten en ingezaaid met gras. De landbouwer mag er in overeenkomst met de
SVE enkele volwassen koeien opzetten. Dit om wilde organismen planten en dieren
opnieuw een kans te geven.
Meerdere
vogels die in het verleden in onze contreien aanwezig waren moeten in de
toekomst terug een kans krijgen.
Ook
de samenwerking met de boomgaardenstichting heeft op een hoger gelegen gebied
een boomgaard aangeplant met een typische omheining, de meidoornhaag.
Honderden
appel-en perenbomen werden geplant. Buitenkant dubbele rij peren en middenin
een 100 tal diverse appelrassen. Allemaal hoogstam. Vroege en late soorten
zodat Herkenrode een zeer lange bloeiperiode heeft. Wat ook ten goede komt aan
de bijen.
Aan
de Tuiltermolen, is reeds een
kersenboomgaard aangelegd.
Aanleg
van wandelwegen: fundering gebroken bouwpuin en daarop teelaarde aangebracht
met de bedoeling van erop te wandelen te fietsen. Het authentieke van het
landschap en de omgeving van de site heeft ook zijn waarde zodat nu deze
toegangswegen eruit zien zoals ze oorspronkelijk waren. In deze toestand zijn
deze wegen in winter en zomer vrij goed berijdbaar.
Hoe
meer variatie in de natuur, hoe rijker de natuur is.
(laatste aanpassing juli
2008)
Voor meer uitleg over deze website: contacteer Maurice Reymen of Jef Berx