Micheels, J. L. Dokter 117641.
Herinneringen aan de Holocaust, Baarn, Uitgeverij Ambo,1990, 203pp.
(Oorspronkelijke titel Doctor 117641New Haven/London, Yale University
Press,1989)
Louis
Micheels studeert medicijnen in Utrecht toen de nazi’s
in 1940 België binnenvallen. Tweeëneenhalf jaar later worden hij en zijn
verloofde Nora, beiden Joods, opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd met het XXste transport. Micheels beschrijft zijn verblijf in het Mechelse doorgangskamp, zijn ervaringen in Auschwitz, zijn
“dodenmars” naar Dachau en zijn ontsnapping tijdens
een transport nabij de Oostenrijkse grens. Twee zaken hebben hem doorheen deze
moeilijke periode gehaald: zijn medische achtergrond die hem zekere voorrechten
geeft en zijn vriendin Nora die een onschatbaar tegenwicht vormt tegenover de
wreedheid van de nazi’s.
Het
boek beschrijft ook het leven in de Mechelse Dossinkazerne in de periode november 1942 tot april 1943,
periode waarin het XXste transport gevormd wordt. Meer dan veertig jaar heeft hij gezwegen. Die
lange stilte schrijft hij toe aan het zwijgen dat in de vernietigingskampen
heerst. Zodra iemand op de hoogte is van de massamoord, de medische
experimenten en andere misdaden tegen de menselijkheid, wordt hij een “Geheimnisträger”.
Vreemd genoeg is dat gevoelen van een getuige te zijn geweest van dergelijke
onvoorstelbare verschrikkingen bij hem na de oorlog niet verdwenen.
Biblion recensie
van Dr. Gie van den Berghe
In
1947 vertrok Louis J.Micheels naar de Verenigde
Staten, waar hij zijn studie neurologie en psychiatrie voortzette. Hij is er
psychoanalyticus en hoogleraar psychiatrie aan de Yale University of Medicine. De auteur,
nu psychoanalyticus in de VS, probeerde in 1942 samen met zijn verloofde te
ontkomen aan de wurggreep van de nazi's op de Nederlandse joden. Ze werden
opgepakt aan de Belgische grens. In het doorgangskamp in Mechelen konden ze
zich als arts en verpleegster bijna een jaar handhaven, maar vervolgens werden
ze gedeporteerd naar Auschwitz. Hun medische kwalificatie bezorgde hen ook daar
een, vergeleken met het gros van de andere gevangenen, bevoorrechte positie in
de gevangenengemeenschap. Een andere belangrijke overlevingsfactor was het
contact dat ze met elkaar behielden. Dit meer dan veertig jaar later geschreven
egodocument getuigt van kritische zelfkennis. De a-politieke
houding van de auteur zorgde voor uitgesproken persoonsgebondenheid. Enkele veralgemeningen,
hineininterpretierungen,
onjuistheden en psychoanalytische speculaties, maar over het geheel genomen een
overzichtelijk, vlot geschreven, leerrijk en openhartig verslag over het
kampleven.