DOSSIN-KAZERNE Mechelen
|
|
De voormalige
infanteriekazerne is in 1756 opgetrokken in opdracht van de Oostenrijkse
keizerin Maria-Theresia. De kazerne werd gebruikt als
logement voor diverse regimenten o.a. het 1ste regiment Jagers (1846) en een niet nader genoemde artilleriebatterij. In de periode
1874-1914 fungeerde de kazerne als 'depot' voor de regimenten grenadiers, karabiniers en de 3de Jagers. In 1914 werd er een
wapendepot in ondergebracht. Na de Eerste Wereldoorlog nam het 7de
Linieregiment het gebouw in gebruik als depot en van 1920 tot 1940 diende het voor
permanente inkwartiering. Tijdens WO I was Luitenant-Generaal
Emile de Dossin de bevelhebber van dit regiment. Na
1936 kreeg de kazerne zijn naam.
Tijdens de Tweede
Wereldoorlog wordt de kazerne de verzamelplaats vanwaar Joden worden
gedeporteerd. Vanaf 1951 tot 1973 doet ze dienst als militair opleidingscentrum
voor de administratieve diensten van het leger. In 1973 staat de kazerne leeg
en raakt ze in verval. De stad Mechelen neemt het complex in 1977 van de staat
over. Eind jaren 1980 krijgt ze een woonfunctie, naast een gedeelte dat bestemd
is voor het Joods Museum van Deportatie en Verzet en het stadsarchief.
Het gebouw heeft een
classicistische bouwstijl en is beschermd door het ministerieel besluit van 16
januari 1987.
Wanneer het Centraal
Israëlitisch Consistorie van België in 1989 het idee oppert om een museum op te
richten in de vervallen kazerne, om de geschiedenis van de Dossin-kazerne
als Sammellager
niet verloren te laten gaan, wordt Nathan Ramet aangezocht
om voorzitter te worden van een museumlocatie op de plek vanwaar hij zelf als
zestienjarige weggevoerd werd, samen met zijn vader. Hij slaagt erin om daar waar
alle sporen van de Joodse deportatie dreigen weggevaagd en vergeten te worden ondanks
immense moeilijkheden een drukbezocht museum uit te bouwen. Op 7 mei 1995 wordt
het Joods Museum van Deportatie en Verzet
(JMDV) plechtig ingehuldigd door Z.M. Koning Albert II. Op 11 november 1996
opent het de deuren voor het publiek. Dit succesvolle museum is jarenlang een
historisch baken geweest voor de geschiedenis van de Belgische Jodenvervolging.
Door het overweldigend succes wordt het echter te klein om alle bezoekers te
ontvangen.
In 1999 werd in het Vlaams
regeerakkoord opgenomen dat er op deze locatie een toonaangevend museum over de
Holocaust en mensenrechten moest komen omdat nergens anders in Europa zoveel
informatie en documentatie aanwezig is. De documentatie bestaat uit onder
andere brieven, identiteitskaarten, administratieve documenten … De volledige
deportatielijsten van de Joden uit België werden ook teruggevonden. Het project
‘Geef ze een gezicht.', grotendeels gerealiseerd door het vroegere Joods Museum van Deportatie en Verzet, probeert
via foto’s uit privébezit en uit de dossiers bij de dienst Vreemdelingenzaken, een
gezicht te geven aan ongeveer vijfentwintigduizend Joden die vanuit de Mechelse Dossin-kazerne naar uitroeiingskampen werden gestuurd. Daardoor is België zowat
het enige Europese land dat aan de genocideslachtoffers
letterlijk een naam én een gezicht kan geven.
Ook – of vooral - wanneer
de laatste getuigen er straks niet meer zullen zijn blijft de Kazerne Dossin de juiste plek om het ‘Belgische luik’ van de
Jodenvervolging te blijven gedenken. Op de plaats van het voormalige ‘IKA-gebouw’, vlak tegenover de eigenlijke kazerne, kwam er
in 2012 een nieuw museum van internationaal allure: Kazerne Dossin,
Memoriaal museum en documentatiecentrum over Holocaust en mensenrechten. De
twee entiteiten – museum en kazerne- werden verbonden door een plein met een
monument, bomen en wandelpaden.
Het nieuwe museum vertelt
over de Joden-en zigeunervervolging in België tijdens
de Tweede Wereldoorlog. Maar het vertelt ook over de schending van de
mensenrechten vroeger en nu. Niet alleen de slachtoffers maar ook de daders
worden belicht. Daarom is dit museum anders dan andere Holocaustmusea.
Een gedeelte van de oude Dossin-kazerne is ingericht als memoriaal, gedenkplaats
voor de vele slachtoffers die vanuit Mechelen hun dood tegemoet gingen. Vier
sober ingerichte zalen geven hen opnieuw een stem, een naam en een gezicht. Er
is ook een documentatiecentrum waar je archieven kan raadplegen.