Jean Franklemon
(1917-1977)
Franklemon is op
10 september 1917 in het West-Vlaamse Vinkem geboren,
zoon van een ingenieur en een lerares. Hij begint zijn middelbare studies in
het Atheneum van Ukkel. Franklemon zit in dezelfde klas als Youra
Livschitz. Volgens Massia Gruman, een lerares aan de school, is hij goed in wiskunde,
tekenen en muziek. Zijn licht overgewicht als kind bezorgt hem de bijnaam
“pompelmoes”. Na twee jaar verlaat hij het Atheneum van Ukkel en volgt hij les
in een secundaire school in Sint-Gillis. Hij blijft nauw contact houden met
zijn vrienden uit zijn vorige school.
Na zijn
middelbare school studeert Franklemon wiskunde aan de ULB. Colleges bijwonen doet
hij zelden of nooit. Nog geen jaar later houdt hij zijn studie wiskunde voor
bekeken. Voortaan legt hij zich toe op het theater. Hij wordt lid van Les Comédiens
Routiers Belges, een
theatergezelschap dat ontstaan is uit de niet-confessionele padvindersgroep Honneur.
Om te kunnen leven is hij af en toe kelner in een café. Hij huwt met
Marina Malevitch en gaat wonen in
Sint-Agatha-Berchem. Het echtpaar krijgt na de oorlog (1947) een zoon Philippe.
Franklemon is
een overtuigd communist. Hij is niet alleen lid van de Communistische Partij,
maar maakt ook deel uit van de Internationale Brigades, die het in de Spaanse
burgeroorlog opnemen tegen Franco. Het fascisme en
het nazisme bestrijdt hij met overtuiging. Als hij door Youra
Livschitz gevraagd wordt om samen met hem een aanval
te plegen op een Jodentransport is onmiddellijk gewonnen voor deze actie.
Franklemon wordt
na de aanval op het XXste Transport op 4 augustus
1943 gearresteerd en overgebracht naar het Fort van Breendonk. Hij verblijft er
samen met zijn vriend Robert Maistriau in kamer 5.
Door het Duitse
militair gerechtshof 672, gehuisvest in de gevangenis van Sint-Gillis, wordt hij
op 15 maart 1944 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar ‘wegens
acties (geweldpleging) die schade berokkend hebben aan de leden van de Wehrmacht en voor het ten onrechte bevrijden van
gevangenen tijdens een transport’. Hij wordt na de uitspraak van 11 maart 1944
tot 8 april 1944 opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis. Daarna wordt hij
overgebracht naar Duitsland en gevangengehouden in het Nacht und Nebel-concentratiekamp van Sonnenburg.
Na de
opschorting van het Nacht und Nebeldecreet
worden zeshonderd gevangenen onder wie Franklemon naar het concentratiekamp Sachsenhausen overgebracht. Hij verblijft er van 15
november 1944 tot 4 mei 1945. Hij overleeft de dodenmarsen en wordt
gerepatrieerd. Na de oorlog verhuist hij naar de toenmalige DDR (Oost
Duitsland) en wordt musicus in een filharmonieorkest. In 1977 is hij overleden in
een dorpje nabij Frankfurt a/d Oder.