Er zijn zoveel groepstalen als er groepen zijn. Waarin verschillen die groepstalen van elkaar? En staan ze een vlotte communicatie niet in de weg? Waarom gebruiken we ze dan?
Met twee klasgenoten vorm je een team. Jullie kiezen, in samenspraak met de andere teams, een taalvariant. Daarna verdelen jullie de taken. Het is de bedoeling dat jullie de gekozen variant op een boeiende manier aan je klasgenoten presenteren. Als ondersteuning schrijven jullie een cursusje van maximaal vier bladzijden.
![]() |
jongerentaal |
![]() |
bargoens |
![]() |
chat- en sms-taal |
![]() |
kindertaal (hoe leren kinderen taal) |
![]() |
jargon (juridische taal, medische taal, sporttaal, digi-taal...) |
![]() |
dialect |
![]() |
vrouwentaal vs mannentaal |
![]() |
migrantennederlands |
De presentatie bestaat uit een interactieve inleiding, informatieoverdracht en een vragenronde.
Als één van de schrijvers moet je beknopt één variant voorstellen in een korte inleidende tekst, er kenmerken en voorbeelden van geven, er illustraties bij bedenken en argumenten verzinnen voor (en tegen) het belang van je variant. Je stijl moet de lezer boeien.