 |
de knieën optrekken naar de buik |
vanuit het gevoel van de knieën |
uit |
 |
de handen in wijde boog op de knieën
brengen |
vanuit het gevoel van de handen |
uit |
 |
het hoofd heffen naar de knieën zonder op
de armen te trekken |
vanuit het gevoel van het voorhoofd |
uit |
" |
even houden; rustig doorademen; het globaal
gevoel van het lichaam is niet samengetrokken, maar licht en
ruim. |
 |
vingers kruisen onder het hoofd |
|
|
 |
voeten laten zakken op de grond |
lenden tegen de grond |
|
 |
benen strekken |
benen ontspannen. |
|
 |
de handen leggen met zorg het hoofd neer
(goed naar achter) |
hals ontspannen, gewicht van het hoofd laten
dragen; kaakspieren ontspannen |
in |