Emissienevels behoren tot de meest spectaculaire verschijnselen
in de melkweg. De bekendste is waarschijnlijk de Orionnevel in
het zwaard van Orion. Eén van de grootste is de Tarantulanevel
in de Grote Magelhaense Wolk, met een doorsnede van 300 parsec.
Een emissienevel straalt zelf licht uit, in tegenstelling tot een
reflectienevel. Ze worden van binnen uit verhit door zogenaamde
O- en B0-sterren. Dit zijn zeer hete sterren die het gas van de
nevel verwarmen en ioniseren, d.w.z. dat de atomen van hun elektronen
worden ontdaan. Als de atomen terug een elektron invangen, zenden
ze licht uit. Dit is maar een zeer simpele voorstelling. De nevel
bestaat immers uit verschillende atoomsoorten (voornamelijk H),
en de elektronen hebben verschillende energieėn, waardoor er licht
van een andere golflengte wordt geproduceerd. Omdat H in de meeste
nevels overheerst, hebben deze nevels ook overwegend de rode
kleur van geļoniseerde waterstof. Op foto's is soms ook bijvoorbeeld
de groene kleur van geļoniseerd zuurstof of het blauw van geļoniseerd
zwavel zichtbaar. |
|