Louis'
Thuispagina - VLAAMSE SCHRIJVERS
HUGO
CLAUS
Hugo
Claus wordt geboren te Brugge op 5 april 1929. Hij
verblijft vanaf zijn 18 maanden tot 11-jarige leeftijf in een
pensionaat.
Hij woont thuis van 1940 tot 1946. Hij verlaat het ouderlijk huis en de
school en maakt reizen naar verschillende landen. Van 1950 tot 1953
woont
hij in Parijs waar hij in contact komt met surrealisme
(1), existentialisme
(2) en Cobramodernisme
(3). Van 1953 tot 1955 verblijft hij in Rome in het filmmilieu. In
1955 huwt hij met de filmactrice Elly Overzier, met wie hij in Gent
gaat
wonen (tot 1965). Vervolgens neemt hij gedurende vijf jaar zijn intrek
op een boederij in de Vlaamse Ardennen. In 1970 gaat hij in Amsterdam
wonen,
waar hij een verhouding heeft met de actrice Kitty Courbois. Van 1973
tot
1978 woont hij in Parijs samen met de actrice Sylvia Kristel.
Uiteindelijk
verhuist hij opnieuw naar Gent. Hij huwt in 1993 met Veerle De Wit.
Hugo Claus' werk is even veelzijdig en wisselvallig als zijn leven,
zonder "rode draad".
Na in 1947 zijn debuut te hebben gemaakt met de
lyrische (4) "Kleine reeks", evolueert hij in zijn poëzie naar
het modernisme van de jaren vijftig met als hoogtepunt zijn
"Oostakkerse
gedichten" uit 1955. Zijn later dichtwerk mag dan weer klassiek genoemd
worden, echter steeds getuigend van een kenmerkende eigenheid en een
matriarchale
mythologie.
Op toneelgebied wordt hij internationaal bekend met de tragikomedie
(5) "Een bruid in de morgen" (1955). Zijn populairste toneelstuk
wordt
het naturalistische
(6) "Suiker" (1958). Zijn navolgende toneelwerken zijn in hoofdzaak
historische bewerkingen zoals o.a. "Thyestes" (1966), "Het spel
Masscheroen"
(1968) en "Orestes" (1976). Het succesvolle "Vrijdag" uit 1969, door
Claus
zelf verfilmd in 1980, raakt het delicate incestthema aan en doet
denken
aan het naturalisme van Cyriel Buysse.
Dezelfde verscheidenheid vindt men ook terug in zijn romans. In vele
romans treft men mytische elementen aan, zo o.a. in "De hondsdagen"
(1952)
en "Schaamte" (1972), naast een duidelijk realisme zoals in "Verlangen"
(1978). Zijn lijvige roman "Het verdriet van België" uit 1983 is
een
semi-biografische familiekroniek waarin op subtiele wijze het politieke
en sociale leven tijdens Wereldoorlog II beschreven wordt. Deze roman
wordt
voor televisie bewerkt in 1994.
In zijn geheel genomen kan men stellen dat Claus' werk een mengeling
is van het beschrijven van tragische gebeurtenissen,
klassieke verhalen en een expressie van een heimwee naar verheven
waarden,
dit alles doorweven met het banale, ja soms het vulgaire van het
menselijk
bestaan.
De veelzijdige Hugo Claus is niet alleen schrijver van gedichten,
romans,
filmscenario's, toneelstukken en essays, maar tevens schilder,
librettist (7), film- en toneelregisseur. Hij schreef zelfs
chansons
voor de zangeres Liesbeth List. Hij kreeg talrijke literaire prijzen,
waaronder
de "Henriette Roland Holstprijs" voor zijn toneelwerk in 1963, de
"Constant
Huygensprijs" voor zijn gehele oeuvre in 1979 en de "Prijs der
Nederlandse
letteren" in 1986.
Hij schreef ook onder de pseudoniemen Jan Hyoens, Hugo C. van Astene,
Dorothea van Maele, 't Gemeen en Bob Spaenhoven.
In zijn laatste levensjaren leed Hugo Claus aan de ziekte van
Altzheimer. Hij koos voor euthanasie en overleed te Antwerpen op 19
maart 2008.
Bibliografie :
* Kleine reeks (1947, poëzie)
* Registreren (1948, poëzie)
* Zonder vorm van proces (1950, poëzie)
* Vierendelen (1951, poëzie)
* De metsiers ((1951, roman)
* Over het werk van Corneille (1951, essay)
* Tancredo infrasonic (1952, poëzie)
* De hondsdagen (1952, roman)
* Een huis dat tussen nacht en morgen staat
(1953, poëzie)
* Natuurgetrouw (1954, verhalen)
* De Oostakkerse gedichten (1955, poëzie)
* Paal en perk (1955, poëzie)
* Een bruid in de morgen (1955, toneel)
* De koele minnaar (1956, roman)
* Het lied van de moordenaar (1957, toneel)
* De zwarte keizer (1958, verhalen)
* Suiker (1958, toneel)
* Mama, kijk, zonder handen ! (1959, toneel)
* Het mes (1960, filmscenario) (ook verhaal
in "Sociale verhalen")
* Een geverfde ruiter (1961, poëzie)
* De dans van de reiger (1962, toneel)
* De verwondering (1962, roman)
* Karel Appel, schilder (1962, essay)
* Omtrent Deedee (1963, roman)
* Het teken van de hamster (1963,
poëzie)
* Louis Paul Boon (1964, essay)
* Oog om oog (1964, poëzie)
* De legende en de heldhaftige, vrolijke en
roemrijke avonturen van Uilenspiegel en van Lamme Goedzak in
Vlaanderen en elders (1965, massaspel)
* Gedichten 1948-1963, poëzie
* Thyestes (1966, toneel)
* Acht toneelstukken (1966, toneel)
* De vijanden (1967, filmscenario)
* Relikwie (1967, poëzie)
* De avonturen van Belgmans (1967, roman)
* De vijanden (1967, toneel)
* Het goudland (1967, toneel)
* Morituri (1968, libretto)
* Wrraaak ! (1968, toneel)
* Masscheroen (1968, toneel)
* Genesis (1969, poëzie)
* Natuurgetrouwer (1969, verhalen, uitgebreide
uitgave van "Natuurgetrouw")
* Vrijdag (1969, toneel)
* Heer Everzwijn (1970, poëzie)
* Van horen zeggen (1970, poëzie)
* De Spaanse hoer (1970, toneel)
* Tand om tand (1970, toneel)
* Het leven en de werken van Leopold II (1970,
toneel)
* Dag jij (1971, poëzie)
* Interieur (1971, toneel)
* Mira of De teleurgang van de waterhoek
(1971,
filmscenario)
* Schola nostra (1971, roman, geschreven onder
de pseudoniem Dorothea van Male)
* Oedipus (1971, toneel)
* Suiker ( 1971, uit "De zwarte keizer", in "54 Vlaamse
verhalen")
* Gebed om geweld (1972, verhalen)
* Schaamte (1972, roman)
* Het jaar van de kreeft (1972, roman)
* De vossejacht (1972, toneel)
* Figuratief (1973, poëzie)
* Pas de deux (1973, toneel)
* Blauw blauw (1973, toneel)
* De wangebeden (1974, poëzie,
verzamelbundel)
* De groene ridder in het Wilde Westen (1974,
verhalen)
* De groene ridder aan de evenaar (1974,
verhalen)
* De groene ridder en de paladijnen (1974,
verhalen)
* Thuis (1975, toneel)
* Het Jansenisme (1976, poëzie)
* Orestes (1976, toneel)
* Het mes (1976, verhaal, in
"Sociale Verhalen")
* P.P. Rubens, schilder en diplomaat (1977,
televisie reeks)
* Jessica (1977, roman)
* Eblemata (1977, poëzie)
* De vluchtende Atalanta (1977, verhalen)
* Het huis van Labdakos (1977, toneel)
* Het graf van Pernath (1978, poëzie)
* Het verlangen (1978, roman)
* Zwart (1979, poëzie)
* Van de koude grond (1979, poëzie)
* Antiphon (1979, toneel)
* Claustrum (1979, poëzie)
* Gedichten 1969-1979 (1979, poëzie)
* De pen gaat waar het hart niet kan (1980,
roman)
* Phaedra (1980, toneel)
* Jan zonder Vrees (1980, toneel)
* Fuga (1981, poëzie)
* De verzoeking (1981, roman)
* Vrijdag (1981, film)
* Een hooglied (1981, toneel)
* Jan de Lichte (1982, poëzie)
* Almanak (1982, poëzie, verzamelbundel)
* Het jaar van de hond (1982, toneel)
* Lysistrata (1982, toneel)
* Het verdriet van België (1983, roman)
* De Leeuw van Vlaanderen (1984, filmscenario)
* Serenada (1984, toneel)
* Een bijzondere cirkel (uit "Natuurgetrouwer",
in "Vlaamse verhalen na 1965", 1984)
* Blindeman (1985, toneel)
* Georg Faust (1985, libretto)
* De mensen hiernaast (1985, verhalen)
* Alibi (1985, poëzie)
* De dief van liefde (1985, poëzie)
* Gevulde contouren (1985, poëzie)
* Mijn honderd gedichten (1986, poëzie)
* Oidipoes in Kolonos (1986, toneel)
* Château Migraine (1987, roman)
* Sporen (1987, poëzie)
* Sonnetten (1987, poëzie)
* Gilles (1988, toneel)
* Een zachte vernieling (1988, roman)
* Het schommelpaard (1988, toneel)
* Toneel I (1988, toneel)
* Gilles en de nacht (1989, toneel)
* De zwaardvis (1989, roman)
* Toneel II (1989, toneel)
* Het sakrament (1989, filmscenario)
* Steeds / Cité (1990, poëzie)
* Toneel III (1991, toneel)
* Richard Everzwijn (1991, toneel)
* Zomernacht (1991, toneel)
* Negen gedichten (1991, in
"Vlaamse schrijvers van nu")
* Tien manieren om naar P.B.S. te kijken
(1993,
poëzie)
* Toneel IV (1993, toneel)
* Onder de torens (1993, toneel)
* Belladonna (1994, roman)
* Gedichten 1948-1993 (1994, poëzie)
* De verlossing (1996, toneel)
* De eieren van de kaaiman (1996, toneel)
* De geruchten (1996, roman)
* Visite & Winteravond (1996, toneel)
* Borgerocco of De Dood in Borgerhout
(1998, libretto)
* Oktober 43 (1998, poëzie)
* Onvoltooid verleden (1998, roman)
* Het laatste bed (1998, roman)
* Het huis der liefde (1999, poëzie,
bloemlezing)
* Wreed geluk (1999, poëzie)
* Verhalen (1999)
* Phaedra (1999, toneel, hernieuwde bewerking)
* Toneel (1999, alle toneelstukken, delen
I en II)
* Een slaapwandeling (2000, novelle)
* Een andere keer (2000, verhalen, bloemlezing)
* De schrijver. Een literaire estafette (2000,
verhalen)
* De verlossing (2000, film)
* De groeten (2001, poëzie)
* Mijn hart en ik (2002, poëzie)
* Ik schrijf je neer (2002, poëzie)
* Zeelucht (2003, poëzie)
* De verzoeking en andere novellen (2003)
-----------
(1)
Surrealisme = kunstrichting
die ervan uitgaat dat de dingen niet zijn
wat
ze schijnen, maar een bovenverstandelijke
betekenis hebben
(2)
Existentialisme = wijsgerige
richting die het menselijk zijn wil
begrijpen
uit het bestaan, de ervaring en de ontmoeting
met de ander en de
wereld
en waarin de mens zichzelf schept en bepaalt door zijn handelen
(3)
Cobramodernisme =
kunstrichting na WO II die streeft naar vernieuwing
en
de nadruk legt op lyrische en spontane
expressie en zich afzet
tegen het abstracte academisme uit de periode tussen de twee
wereldoorlogen
(4)
lyriek = dichtvorm waarin
eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen
uitgesproken
worden
(5)
tragikomedie = toneelstuk met
afwisselend tragische en komische
taferelen,
doch goed aflopend
(6)
naturalistisch = de
werkelijkheid zo natuurgetrouw als mogelijk
weergevend
(7)
librettist = schrijver van
tekst voor opera
Terug naar begin
Terug
naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers