Paul
De Vree werd geboren te Antwerpen op 13 november
1909.
Hij studeerde aan de stedelijke normaalschool te Antwerpen tot
1928. Na zijn legerdienst werkte hij als tekenaar en schilder in
een reclamebureau. In 1932 nam hij op diens verzoek de cursus over die
Lode Baekelmans gaf aan de Volkshogeschool
Herman Van den Reeck te Antwerpen. Dit gaf aanleiding tot zijn eerste
publicatie "Over den roman". In datzelfde jaar huwde hij met Mariette
Versterren en werd
hij benoemd tot onderwijzer, functie die hij tot 1941 uitoefende. In
1938
werd hij voor de centrale examencommissie licentiaat in de
geschiedenis. Ondertussen
stichtte hij samen met
René Verbeeck
en
Pieter-Geert Buckinx in 1936 het
tijdschrift "Vormen".
Eigenlijk debuteerde hij in 1938 met "Verzen en kwatrijnen", een bundel
intieme liefdeslyriek (1).
In 1938 schreef hij de roman "Een kringloop".
In 1941 werd hij benoemd tot leraar geschiedenis aan de normaalscholen
te Antwerpen.
Als zovelen was hij na Wereldoorlog II een slachtoffer van de repressie
(2). Hij
werd
boekhandelaar en uitgever. Hij werkte mee aan de tijdschriften
"Golfslag" en "De Tafelronde". In 1951 werd hij nog leraar te Deurne,
daarna te Lier tot 1969. Ondertussen was hij nog poëzierecensent
(3) voor "Het Handelsblad" en de toenmalige "BRT", werd hij in 1959
voorzitter van het "Nationaal Centrum voor Moderne Kunst", richtte hij
"Benelux-festivals"
(63-65-67) in en verschillende tentoonstellingen, en werkte hij
nog
mee aan verscheidene tijdschriften en encyclopedieën. Hij was
tevens
lid van de "Maatschappij voor Taal- en Letterkunde te Leiden", de
"Pen-club",
de "Vereniging van Vlaamse Letterkundigen" en het "Paul van
Ostaijengenootschap".
Op literair gebied ontwikkelde Paul De Vree zich vanaf 1950 tot
modernist (4) en avantgardist (5) en
publiceerde
hij experimentele, later concrete (waaronder geëngageerde visuele)
poëzie, zoals bij voobeeld in "Zimprovisaties" (1968).
Ook in latere bundels zoals "Poezien" (1971) en "Poësia visiva"
(1975) wordt dit procédé aangewend.
Hij schreef ook talrijke essays en kritieken.
Hij publiceerde bovendien onder de schuilnamen
Frits Olivier, Oscar, Steven Riels, Oscar
Rosa, Hendrik Storm.
Paul De Vree overleed te Antwerpen op 25 april 1982.
Bibliografie:
* Over den roman (essay, 1933)
* Verzen en kwatrijnen (poëzie, 1935)
* Hedendaagsche Vlaamsche romanciers en novellisten (essay, 1936)
* Elegische hymnen (poëzie, 1937)
* Het blanke waaien (poëzie, 1937)
* Een kringloop (roman, 1938)
* Atmosfeer (poëzie, 1939)
* De loutering (poëzie, 1940)
* Evenwicht (poëzie, 1941)
* Zan in de landbouw (poëzie, 1941)
* De geschiedenis van het schip (essay, 1942)
* Nieuwe verzen en kwatrijnen (poëzie, 1942)
* Het aards bedrijf (poëzie, 1943)
* Terra firma (poëzie, 1944)
* De Kruisweg en andere gedichten (onder pseudoniem Hendrik Storm) (poëzie, 1947)
* Maurice Gilliams (essay, 1947)
* Tussen twijfel en traan (poëzie, 1950)
* Schets der sociale achtergronden van de hedendaagse Vlaamse roman
(essay, 1951)
* Appassionato (poëzie, 1953)
* Egelrond. Kollegrafische gedichten (poëzie, 1957)
* De sociale ruimte van de literator in Vlaanderen sedert Wereldoorlog
II (essay, 1958)
* P. de V. belicht Bert Klein (essay, 1959)
* Throw-in (essay, 1959)
* Grondbeeldig (poëzie, 1960)
* Close-up van de Vlaamse dichtkunst van nu (1960-1963)
* Het Nationaal Centrum voor Moderne Kunst (1962)
* Pl.acid.amore (poëzie, 1963)
* De Tafelronde (essay, 1963)
* Maurice Gilliams (essay, 1964)
* Een kringloop (herziene druk, roman, 1964)
* H.eros.hima (poëzie, 1965)
* Vlaamse avant-garde 1921-1964 (essay, 1965)
* Explositieven (poëzie, 1966)
* Paul van Ostaijen (samen met H.F. Jespers) (essay, 1967)
* Onder experimenteel vuur (essay, 1968)
* Poëzie in fusie (essay, 1968)
* Zimprovisaties (poëzie, 1968)
* Buiten de oevers (roman, 1969)
* Contentical Mill (poëzie, 1970)
* Verbaal gelaat (poëzie, 1971)
* Poëzien (poëzie, 1971)
* Maskers (poëzie, 1973)
* René Verbeeck (essay, 1974)
* Poesia visiva (poëzie, 1975)
* Verzameld proza 1938-1972 (1975)
* Paul Snoek (essay, 1977)
* Naar het einde (roman, 1979)
* Poesia visiva (bloemlezing, 1979)
* Verzamelde gedichten (1979)
----------------
(1)
lyriek = dichtvorm waarin
eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen
uitgesproken
worden
(2) repressie =
onderdrukking,
met name met betrekking tot massaal optredende verschijnselen,
bewegingen,
stromingen, enz...
(3) recensent = beoordelaar
(4) modennist = aanhanger
van
het moderne
(5) avantgardist =
aanhanger
van vooruitstrevende richtingen in de kunst