Omer-Karel
De Laey (eigenlijk Audomarus Carolus Desiderius)
werd
geboren te Hooglede op 18 september 1876. Zijn vader was een
welstellende
boer, burgemeester van het dorp, later provicieraadslid. Reeds als kind
had Omer-Karel een hartkwaal. Na de lagere school in zijn geboortedorp
gevolgd te hebben, liet hij zich in 1890 inschrijven in het Klein
Seminarie
te Roeselare om er de Grieks-Latijnse humaniora aan te vatten. In 1896
trok hij naar Leuven om er rechten te studeren. Vanaf 1900 was hij
medewerker
aan "Dietsche Warande en Belfort". In datzelfde jaar werd hij doctor in
de rechten. Hij werd dan stagiair bij een Leuvens advocaat. In 1902
publiceerde
hij zijn eerste gedichtenbundel "Ook verzen". Een tijdje later liet hij
zich
inschrijven aan de
balie te Antwerpen. Zijn tweede bundel "Van te
lande" verscheen in 1903. Zijn hartkwaal dwong hem af te zien van een
drukke
advocatenpraktijk. Hij keerde naar huis terug en liet zich pro forma
inschrijven
aan de balie te Brugge.
De gedichten van De Laey zijn kernachtig en vinnig, geschreven op
pittoreske
en archaïsche
(1) motieven, naar Latijns model. Dit komt wel het meest tot uiting
in "Flandria illustrata" uit 1905. Hij schreef ook de historische
toneelstukken
"Falco" en "Hardenburg", beiden gepubliceerd in 1907, en werkte mee aan
verschillende literaire tijdschriften.
Hij publiceerde ook onder de schuilnaaml Alta Leda.
Ondermijnd door zijn ziekte stierf Omer-Karel De Laey te Hooglede op
16 december 1909, amper 33 jaar oud.
Bibliografie :
* Ook verzen (1902, poëzie)
* Van te lande (1903, poëzie)
* Flandria illustrata (1905, poëzie)
* Falco (1905, toneel)
* Bespiegelingen (1907, poëzie)
* Hardenburg (1907, toneel)
* Het werk van Omer K. De Laey (deel I) (1911)
* Het werk van Omer K. De Laey (deel II) (1912)
* Dierensprookjes (1912)
* Het werk van Omer K. De Laey (1942-1943,
licht gewijzigde heruitgave)
* Landelijk leven (1977, bloemlezing, verzameld
en ingeleid door Herwig Verleyen)
-----------
(1) archaïsch = opzettelijk imiterend van wat oud is