Willem
Elsschot werd geboren als ALFONS DE RIDDER te
Antwerpen
op 7 mei 1882 als zoon van een bakker aan de Keyserlei. Zijn
moeder
kwam uit de Antwerpse Kempen en was zeer gevoelig, een eigenschap die
de
zoon ongetwijfeld heeft overgeërfd, alhoewel zijn latere
carrière
in de zakenwereld laat vermoeden dat het veeleer de handelsgeest van
zijn
vader is geweest die hem leidde. Hij studeerde te Antwerpen aan het
atheneum,
maar voltooide zijn middelbare studies
niet. Hij verliet de school en oefende een paar jaar verschillende
beroepen
uit. Reeds in zijn atheneumtijd stelde hij belang in de literatuur en
de
Vlaamse Beweging. Met enkele vrienden richtte hij een letterkundige
kring
op. In 1900 maakte hij samen met o.a. Lode
Baekelmans
en Herman Teirlinck deel uit van het
tijdschrift
"Alvoorder". Hier debuteerde Elsschot met zijn eerste gedichten die
echter
nooit gebundeld werden. Onder druk van zijn broer ging hij in 1901
opnieuw
studeren aan de Antwerpse Handelshogeschool. Drie jaar later was
hij licentiaat in de handels- en consulaire wetenschappen. Hij nam
actief
aan het studentenleven deel en componeerde verschillende
studentenliederen.
Na zijn studies werkte hij eerst op kantoren te Parijs, Rotterdam en
Brussel,
tot hij zich in 1914 vestigde te Antwerpen. Ondertussen was hij gehuwd
en vader geworden van vier kinderen. Tijdens de eerste wereldoorlog was
hij secretaris bij het Provinciaal Oorlogsbureau van het Nationaal
Comité
voor Hulp en Voeding. Na de eerste wereldoorlog startte hij een
reclamebureau,
dat hij leidde tot aan zijn dood.
In Parijs en Rotterdam schreef hij al gedichten die later werden
gebundeld
tot "Verzen van vroeger". Zijn eerste roman verschijnt in 1913 : "Villa
des Roses", gevolgd door "Een ontgoocheling" in 1921 en "De
Verlossing".
Het zijn semi-naturalistische
werken. In zijn latere werken "Lijmen" (1924), "Kaas" (1933), "Tsip"
(1934),
"Het been" (1938), "De leeuwentemmer" (1940), "Het tankschip" (1942),
"Het
dwaallicht" (1946), profileert de schrijver meestal een ik-figuur, een
soort alter ego, waarvan hij de lotgevallen met een niet aflatend
cynisme
(1), soms op groteske wijze beschrijft. Het oeuvre van Elsschot,
alhoewel
niet omvangrijk, is een monument in de Nederlandstalige litteratuur.
Zijn
pseudoniem
werd gekozen naar de toen nog woeste streek gelegen tussen Herselt en
Veerle
bekend onder de benaming "Elsschot".
Willem Elsschot overleed te Antwerpen
op 31 mei 1960. Zijn vrouw overleed één dag later. Zij
werden
begraven in hetzelfde graf dat zich bevindt op het kerkhof Schoonselhof
te Antwerpen (zie afbeelding). De schrijver kreeg postuum de
Staatsprijs
voor litteratuur. "Lijmen - Het been" werd verfimd.
Bibliografie :
* Villa des roses (1913)Interessante verbinding : Het Willem Elsschotgenootschap
-----------
(1)
cynisme = levenshouding van
onbeschaamde zelfgenoegzaamheid, gepaard
met
gevoelloze minachting en spot voor
wat waarde heeft
voor anderen
Terug naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers