Jan
Hammenecker werd geboren te Mariekerke op 2
oktober
1878.
Na een tijdlang leraar en onderpastoor te zijn geweest in Londerzeel,
werd hij in 1927 tot pastoor benoemd in Westrode.
Zijn werk was bijna volledig godsdienstig getint en schuwde ijdel
vertoon
en pronkwoordkunst, vooral dan in zijn poëzie.
Ook zijn Vlaamsgezindheid en zijn liefde voor de mooie Scheldestreek
kwamen tot uiting.
Hij beschreef ook enkele heiligenlevens.
Jan Hammenecker overleed te Westrode op 13 juni 1932.
Bibliografie:
* Verzen (1908)
* Van Christus' apostelen (1913)
* Oorlogsgetijden (?)
* Zoo zuiver als een ooge (heiligenleven,
1918)
* Gebeden voor het H. Hart (1919)
* Voor een ziel (1922)
* Colloquia I (1923)
* Excubiae (1926)
* Colloquia II (1929)
* Bloemlezing uit zijn werk (1934)