Wies
Moens werd geboren te Sint-Gillis-Dendermonde op 28
januari 1898. Tijdens zijn collegejaren werd hij lid van het Algemeen
KatholiekVlaams Studentenverbond (AKVS). Van 1916 tot 1918 studeerde hij
Germaanse filologie aan de vernederlandste universiteit te Gent. Wegens zijn
activisme (1) werd hij na de oorlog veroordeeld en verbleef hij tot maart 1921
in de gevangenis. Tijdens zijn verblijf in de gevangenis schreef hij de
expressionistische (2) dichtbundels "De boodschap" (1920) en "De tocht" (1921)
en het pacifistische "Celbrieven" (1920). Na zijn vrijlating vervulde hij zijn
dienstplicht. In 1922 huwde hij met Margaretha Tas. In 1931 was hij, samen met
o.a. Joris Van Severen, medeoprichter van het Verbond van Dietse
Nationaalsolidaristen (Verdinaso). Ondertussen werkte hij mee aan verschillende
tijdschriften. Hij breekt met het Verdinaso in 1934 en begint zich van dan
af te profileren als invloedrijk theoreticus van het nationalisme in de
Nederlanden. Tijdens Wereldoorlog II werd hij directeur van Zender Brussel.
Alhoewel hij zich tijdens de oorlog verzette tegen o.a. de anti-Joodse excessen
van de Duitsers, werd hij in 1947 bij verstek ter dood veroordeeld. Wies Moens
nam de vlucht naar Nederlands Limburg, waar hij leraar Nederlands werd aan het
college te Geleen en stichter-directeur van een
volkshogeschool.
De eerste
dichtbundels van Wies Moens zijn humanitair-expressionistisch, evoluerend naar
een persoonlijke gevoelslyriek (3). Zijn latere bundels zoals "Het vierkant"
(1938) en het autobiografische "Het spoor" (1944) zijn een soort verheerlijking
van het "ideale" Dietsland (4) zoals de schrijver het zichzelf voorstelde.
Omwille van zijn nationalistische ingesteldheid werd en wordt hij vaak
verguisd. Men mag echter de dichter en mens Wies Moens niet op dezelfde lijn
stellen als de persoon Wies Moens met diens eigen politieke geaardheid.
Hij
publiceerde ook onder de schuilnaam G.L.
Dykman.
Wies Moens overleed in alle eenzaamheid te Neerbeek op 5
februari 1982.
Bibliografie :
* De boodschap (poëzie, 1920)
*
Celbrieven (proza, 1920)
* Opgangen (poëzie,
1921)
* De tocht (poëzie, 1921)
* Bij het verscheiden van Hugo Verriest (proza,
1922)
* Dr. Antoon Jacob (proza, 1923)
* Landing (poëzie, 1923)
* "Prutske" (proza, 1923)
* Verzen (1924)
* Pieter van der Meer de Walcheren in de jaren '20 (proza,
1924)
* Van Marie Koenen tot Felix Timmermans
(proza, 1924)
* Kaïn (mythisch
gedicht, van Anton Wildgans, vertaald door Wies Moens, 1924)
* S. Franciscus van Assisi (van G.K. Chesterton,
uit het Engels vertaald door W. Moens, 1924)
*
"Mariken van Nieumeghen" door het Vlaamse Volkstoneel (proza, 1924)
* Antoon van de Velde's "Tijl" (proza, 1926)
* "De spelbreker", Comedie door Paul de Mont (proza,
1926)
* Charles De Coster (proza, 1927)
* Emile Verhaeren (proza, 1927)
* Papini's alleenspraak over de dichtkunst (proza, 1927)
* Maritain : grenzen der dichtkunst (proza,
1927)
* Feber's "David" in Vlaanderen vertoond
(proza, 1927)
* "Werkmenschen" (proza,
1927)
* Paul van Ostaijen en de studenten der
Nederlandse universiteit te Gent (1916-1918) (proza, 1928)
* Dr. August Borms : Op bezoek in de gevangenis te Leuven
(proza, 1928)
* Bij de 50e verjaardag van Karel
van de Woestijne (proza, 1928)
* Claudel's
"Maria Boodschap" door het Vlaamse Volkstoneel (proza, 1928)
* "Van twee Coninxkinderen" op de Planken (proza, 1928)
* "Adam in ballingschap" door het Vlaamse Volkstoneel
(proza, 1928)
* "Compostella" van
Dietzenschmidt door de groep "Exelsior" (proza, 1928)
*
De "Tragedie van Judas" (proza, 1928)
* Carlo
Goldini in een Vlaams provinciestadje (proza, 1928)
*
Bredero in de Nederlandse schouwburg te Antwerpen (proza, 1928)
* Een toneelavond te Lier (proza, 1930)
*
Een voorstelling door "Gods Vagebonden" uit Mechelen (proza, 1930)
* Poëzie 1919-1925 (1930)
*
De danser van Onze Lieve Vrouw (mirakelspel, van F.J. Weinrich, vertaald door
Wies Moens, 1930)
* De stem van het bloed (proza, 1931)
* Wedergeboorte der literatuur (proza, 1933)
* Albert Mähl (proza, 1933)
*
Een Finse verteller (proza, 1933)
* Rembrandt
op de Planken (proza, 1934)
* Een merkwaardige
studie (proza, 1934)
* Cyriel Verschaeve : Bij
zijn 60e verjaardag (proza, 1934)
* Kamp om
Duitsland (proza, 1934)
* "Hannibal" door Mirko
Jelusich (proza, 1934-1935)
* Nederduitse
herleving (proza, 1934-1935)
* Aan Dosfel's
graf (proza, 1934-1935)
* Golfslag (poëzie,
1935)
* Rosa de Guchtenaere (proza,
1935)
* Dietse vertellers (proza, 1936)
* "Vlaanderen" door Duitsers gezien (proza,
1936)
* "Bartje" door Anne de Vries (proza,
1937)
* Nederlandse werkelijkheden (proza,
1937)
* Het levenswerk van August Heyting
(proza, 1937)
* Bijdragen tot de kennis van ons
volk (proza, 1937)
* Het vierkant (poëzie,
1938)
* De dooden leven (essay, 1938)
* 11 juli : Dietse dag (proza, 1938)
* Zuid-Nederland en Willem van Oranje (proza, 1938)
* Onze volkskamp (proza, 1938)
*
Bij een uitlating van Prof. Geyl (proza, 1938)
* Richard Benz over de Duitse romantiek (proza, 1938)
* Een nieuw boek over ons volk (proza, 1938)
* Dertig dagen oorlog (essay, 1940)
* Nederlandsche letterkunde van volksch standpunt gezien(essay,
1941)
* Onze volksche adel (proza,
1942)
* Dr. August Borms : Toespraak bij de
Bormshulde te Antwerpen (proza, 1943)
*
Hölderlin. Tien gedichten vertaald door Wies Moens (poëzie,
1943)
* Cyriel Verschaeve : Inleiding tot het
"Klein Verschaeve-brevier" (proza, 1944)
*
De spitsboog (poëzie, 1944)
* Het spoor
(poëzie, 1944) * Herinneringen aan Zuid-Afrika
(proza, 1944)
* Ic segh adieu (proza,
1944)
* Omer-Karel de Laey (proza, 1945)
* Brief aan Brueghel (proza, 1948)
* Rondom een lezing over het nieuwe dichten (proza, 1949)
* Pater Dr. A.D. Stracke : Bij zijn 85e verjaardag
(proza, 1960)
* Doctor Faustus : sage-figuur
en symbool (lezing, 1962)
* De verslagene
(poëzie, 1963)
* Over het poppenspel
(inleiding, 1963)
* Jean-Marie Gantois : De 60e
verjaardag van een wapenbroeder (proza, 1964)
*
In memoriam Staf Bruggen (proza, 1964)
* De
eenzame mens in de hedendaagse letterkunde (lezing, 1964)
* Dante's actuele betekenis (lezing, 1965)
* Pater Dr. A.D. Stracke : Aan de negentigjarige (proza,
1965)
* Notities uit de nazomer van
vierenveertig (proza, 1965)
* In memoriam
Gaston Feremans (proza, 1966)
* Gedichten
1918-1967
* Het activistisch avontuur en wat
erop volgde (proza,1966-1970)
* Jean-Marie
Gantois herdacht (proza, 1968)
* De verslage
vesperas (poëzie, 1968)
* Proza I (1969)
(omvattend : Celbrieven, Dertig dagen oorlog, Brief aan Brueghel, Notities uit
de nazomer van
vierenveertig, Ic segh
adieu)
* Proza II (1970) (omvattend :
Nederlandse letterkunde van volks standpunt gezien, De doden leven, De
spitsboog)
* Aan Angela Dosfel-Tysmans, bij
haar 80e verjaardag (proza, 1970)
* Proza III
(1973) (omvattend : Het activistisch avontuur en wat er er op volgde, Kamp om
Dietsland, Nederlandse
werkelijkheden, 11 juli
: Dietse dag, Zuid-Nederland en Willem van Oranje, Onze Volkskamp, Bijdragen tot
de kennis
van ons volk, Een nieuw boek over ons
volk, "Vlaanderen" door Duitsers gezien, Bij een uitlating van Prof. Geyl, De
stem
van het bloed, Herinneringen aan
Zuid-Afrika, Bij het verscheiden van Hugo Verriest, Dr. Antoon Jacob, Rosa
de
Guchtenaere, Dr. August Borms, Pater Dr.
A.D. Stracke, Jean Marie Gantois, In memoriam Staf Bruggen, In memoriam
Gaston Feremans, Aan Angela
Dosfel-Tysmans)
* Poza IV (1973)
(omvattend : Rondom een lezing over "Het nieuwe dichten", Paul van
Ostaijen en de studenten der
Nederlandse
universiteit te Gent (1916-1918), Pieter van der Meer de Walcheren in de
jaren '20, Tweemaal Streuvels, Van Marie Koenen tot
Felix Timmermans, Bij de 50e verjaardag van Karel van de Woestijne, Cyriel
Verschaeve, Omer Karel de Laey, Het levenswerk
van August Heyting, "Bartje" door Anne De Vries, Dietse vertellers, Emiel
Verhaeren, Charles de Coster, Twee schrifturen over
poëzie, Wedergeboorte der literatuur, Albert Mähkl, Nederduitse herleving,
"Hannibal" door Mirko Jelusich, Een Finse
verteller, Een merkwaardige studie, Richard Benz over de Duitse romantiek,
Doctor Faustus : sage-figuur en symbool, De eenzame
mens in de hedendaagse letterkunde, Dante's actuele betekenis, "Mariken
van Nieumeghen" door het Vlaamse Volkstoneel, "Claudel's
"Maria boodschap" door het Vlaamse Volkstoneel, "Van twee
Coninxkinderen" op de Planken, "Adam in ballingschap" door het Vlaamse
Volkstoneel, "Compostella" van
Dietzenschmidt
door de toneelgroep "Exelsior", Feber's "David" in Vlaanderen vertoond, De
tragedie van Judas,
Carlo Goldini in een Vlaams
provinciestadje, Een toneelavond te Lier, Bredero in de Nederlandse schouwburg
te
Antwerpen, Een voorstelling door "Gods
Vagevonden" uit Mechelen, Antoon van de Velde's "Tijl", "De spelbreker"
comedie door Paul de Mont, Rembrandt op de Planken,
Over het popenspel)
* Memoires (1996)
*
Lodewijk Dosfel herdacht (?)
-------------
(1) activisme =
politieke beweging die streefde naar de oplossing van de Vlaamse kwestie met
behulp van de bezettende
macht (1914-18)
(2)
expressionisme = kunstrichting waarbij
persoonlijke beleving en visie wordt uitgedrukt
(3) lyriek = dichtvorm
waarin eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen uitgesproken worden
(4) Dietsland
= Groot-Nederland