Louis' Thuispagina -
VLAAMSE SCHRIJVERS
MAURICE
ROELANTS
Maurice Roelants werd
geboren te Gent op 19 december 1895.
Deze romanschrijver, dichter en
criticus was achterenvolgens onderwijzer, ambtenaar, journalist en conservator
van het staatsdomein te Gaasbeek. Samen met o.a. Richard
Minne was hij medestichter van het tijdschrift "Het Fonteintje". Later was
hij ook medeoprichter van "Forum" en het "Nieuw Vlaams Tijdschrift". Hij was
tevens redacteur van "Elseviers Weekblad".
Zoals zovelen debuteerde hij met
gedichten. Hij neemt echter vooral als romanschrijver in de Vlaamse letterkunde
een belangrijke plaats in. Met zijn roman "Komen en gaan" (1927) en de novelle
(1) "De jazzspeler" (1928) maakte hij in Vlaanderen de weg vrij voor de
psychologische roman. Samen met Gerard Walschap zette hij zich af tegen de
suprematie (2) van de boerenroman en de regionalistische en weinig realistische
aard ervan. Hij streefde naar een bredere kunstopvatting waarbij het menselijk
wezen en zijn geestelijke, morele en sociale situatie in het middelpunt zouden
komen te staan. In tegenstelling tot Walschap,
een voorstander van levendige handelingen, geeft Roelants echter de voorkeur aan
een introspectieve (3) en analytische (4) werkwijze. Het aantal personages in
zijn werk is daarom steeds gering. In zijn romans is weinig intrige (5) terug te
vinden. Hoofdzaak is de manier
waarop het individu zijn zielsconflicten
oplost. Roelants beoefent de psychoanalyse (6) binnen de grenzen van het
bewustzijn. Het psychologisch materiaal blijft elementair en staat dicht bij de
moraal. Dit verhindert niet dat de schrijver op grond daarvan een beeld van de
universele mens wou weergeven. Alle uiterlijkheid en zintuiglijkheid is slechts
schijn, de waarheid weerspiegelt zich als geestelijk gemeengoed in het
innerlijke van ieder individu. Deze visie kan als neoklassiek en idealistisch
aanzien worden. Alhoewel zijn werk soms speelsheid en humor bezit, is het vooral
gericht op een ernstig doorgronden van het leven en huldigt het een troostende
aanvaarding.
"Komen en gaan" en "De jazzspeler" zijn verhalen over door
derden bedreigde huwelijkstrouw, waaraan de hoofdfiguren zich door verdringing
of sublimatie (7) weten te houden. Vrijwel alle werken van Roelants verankeren
zich op het thema van het 'verzaken'. Veelzeggend hieromtrent zijn titels als
"Alles komt terecht" uit 1937 en "Het verzaken" uit 1938.
"Het leven dat wij
droomden" (1931) werd verfilmd door Robbe de Hert.
Roelants ontving
verschillende prijzen, o.a. de driejaarlijkse staatsprijs voor proza in 1930 en
de staatsprijs voor poëzie in 1950.
Hij schreef ook onder de pseudoniemen
Maurice Minne, M.A. Minne, Jan van Opstal,
Pervyse en De Zwerver.
Maurice Roelants stierf te Sint-Martens-Lennik op 25 april 1966.
Bibliografie :
* De driedubbele verrassing (verhalen, 1917) (omvattend: De late
missie, De lach, De stille verbranding) (ook verschenen in "De jazzspeler en andere verhalen", 1972)
* De kom der loutering (dichtbundel, 1918)
* Komen en gaan (roman, 1927)
*
De jazzspeler (novelle, 1928)
* Twee helden
(verhaal, 1928) (ook in "Zesde
omnibus van de gulle Vlaamse lach", 1978)
* Van
de vele mogelijkheden om gelukkig te zijn (essay, 1929)
* Het verzaken (dichtbundel, 1930)
*
Het leven dat wij droomden (roman, 1931)
*
Maria Danneels, of : Het leven dat wij droomden (roman, 1933)
* Alles komt terecht (roman, 1937)
*
Een episode (novelle, 1937, in "Vertellen")
*
Mijn vader de veldwachter (uit "Komen en gaan", in "Moderne Vlaamsche
prozaschrijvers", 1941)
* Op strooptocht (uit "Alles komt terecht", in
"Moderne Vlaamsche prozaschrijvers", 1941)
* Drie romanellipsen (verhalen,
1943) (Omvattend: Zusterliefde, Het negerinnebeeld, De jazzspeler)
* Altijd opnieuw (roman, 1943)
* Schrijvers, wat is er van den mensch (essay, 1943)
* De weduwe Becker, wat ik hoorde en zag op haar
proces (essay, 1943)
* Pygmalion (poëzie,
1947)
* Gebed om een goed einde (roman,
1944)
* De jazzspeler (in "Meesters der Nederlandse vertelkunst", 1949) (ook
in "54 Vlaamse verhalen", 1971)
* Marnix Gijsen (essay, 1958)
* De lof der liefde (poëzie, 1950)
* Schrijvers, wat is er van de mens, Delen I en II
(vermeerderde uitgave, essay, 1956-57)
*
De roman van het tijdschrift Forum of Les liaisons dangereuses (essay,
1965)
* Vuur en dauw (poëzie, 1965)
* De jazzspeler en andere verhalen (1972) {omvattend :
De jazzspeler, Een episode, De driedubbele verrassing (De late
missie, De lach, De stille verbranding), Uit het
dagelijks leven naar de heilige stal, Het negerinnebeeld, Vriendschap
zoete vriendschap}
*
Gun goede wijn zijn krans (?)
* Edgard
Tytgat (essay, ?)
* Het leven dat wij
droomden (?)(waaraan toegevoegd de novellen : Zusterliefde, De
overweldiger, Uit het dagelijks
leven naar de heilige stal)
* Het kasteel van
Gaasbeek (?)
* Het negerinnenbeeld (in "Vlaamse verhalen", ?)
-------------
(1) novelle =
kort verhaal in proza
(2) suprematie
= oppergezag
(3) introspectief
= zelfbeschouwend
(4) analytisch
= ontledend
(5) intrige
= verwikkeling
(6) psychoanalyse
= geestesontleding
(7) sublimatie
= het zich er boven verheffen
Terug
naar begin
Terug
naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers