Louis' Thuispagina  -  VLAAMSE SCHRIJVERS

CLEM SCHOUWENAARS

Clem Schouwenaars werd geboren te Mortsel op 28 december 1932. Hij groeide op in een katholiek gezin. Hij kende echter geen gelukkkige jeugd. Nadat twee broers en één zus zus reeds op jonge leetijd waren gestorven, werd zijn enig overgebleven zus gedood bij een Amerikaans bombardement op Antwerwerpen in 1943. In 1960 overleed zijn moeder. Enige tijd later beroofde zijn vader zichzelf van het leven. Na de middelbare school ging hij studeren aan de Vrije Universiteit te Brussel. Hij voleindigde zijn studies echter niet en werd journalist. Daarna was hij een tijd leraar. Tenslotte werd hij fulltime schrijver. Het grootste deel van zijn leven bracht Schouwenaars door op het platteland : te Lampernisse, Lo, Houtem en tenslotte Lubbeek. Eerst was hij gehuwd met Hélène Maes waarmee hij twee dochters had: Marleen en Anneke. Na zijn echtscheiding huwde hij met Rotraut Kerzinger met wie hij eveneens twee kinderen had: Jessica en Thomas.
Clem Schouwenaars debetuurde met romantische lyrische (1) poëzie ("Het woud van licht en lommer", 1955). Zijn eerste prozawerk, zoals o.a. "Jij, een meermin?" (1959), wordt gekenmerkt door veel persoonlijke bedenkingen en beschouwingen. Schouwenaars wordt algemeen beschouwd als een autobiografisch auteur, geïnspireerd door persoonlijk ervaringen. Dit komt o.m. sterk tot uiting in "Seizoenen" (1972) en "De stervende Galliër" (1977). Zijn autobiografische werken zijn soms als het ware een zelftherapie om het hoofd te kunnen bieden aan de volgens hem bekrompen levensopvattingen van zijn medemens. Zij bevatten dan ook veel kritiek op de maatschappij, zoals o.a in "Cresus of hoe ik rijk en volksgeliefd werd" (1976). In zijn later werk schenkt de schrijver ook aandacht aan meer algemene maatschappelijke problemen. De tetralogie (2) "Emily Beyns" is hier een weergave van. Zijn laatste roman "Het Loofhuttenfeest" dateert van 1993, het jaar dat hij op 10 september te Lubbeek overleed aan de gevolgen van een slepende ziekte.

Bibliografie :

* Het woud van licht en lommer (poezie, 1955)
* Albasten amforen (poëzie, 1956)
* Onvoltooide executie (poëzie, 1958)
* Jij, een meermin ? (proza, 1959)
* De vrouwelijke verzen (poëzie, 1960)
* Dokter Simon Falbeck (proza, 1962)
* De schaduwdrager (poëzie, 1963)
* Etudes voor de rechterhand (poëzie, 1964)
* De zeven nachten (proza, 1964)
* De lente van Jonathan (toneel, 1965)
* Beminnen (proza, 1966)
* Eluard lezen (toneel, 1966)
* Eten met Evert (toneel, 1966)
* Frescobaldi sonnetten (poëzie, 1966)
* De man van mos (proza, 1966)
* Ergens in Europa (toneel, 1967)
* Kamers voor reizigers (proza, 1968)
* Tweemaal leven (proza, 1968)
* Een nacht op Elba (proza, 1969)
* Witte wolken, groene wolken (toneel, 1969)
* Leda of het herleven (poëzie, 1970)
* Een krans om de maan (proza, 1971)
* De mieren (uit "De man van mos", in "54 Vlaamse verhalen", 1971)

* Doods domeinen (poëzie, 1972)
* De boer van Tienen (proza, 1972) (in "Elfstedentocht door Antwerpen")
* Gedichten 1956-1970. Een ring van granaat (poëzie, 1972)
* De seizoenen (proza, 1972)
* Een zachte Saraceen (poëzie, 1972)
* Antichambre (proza, 1973)
* Oog in oog (proza, 1973)
* Uit het gareel (proza, 1973)
* Schaduw der dwaling (poëzie, 1974)
* Echtelieden (toneel, 1974)
* Jongste gedichten (poëzie, 1974)
* Baldriaan of de vertelling van zijn geboorte zoals hij ze de schrijver heeft gedaan (proza, 1975)
* Bezoek aan de dodengang (proza, 1975)
* Het gezicht in de ruit (poëzie, 1975)
* Rotraut (poëzie, 1975)
* Cantica mea (poëzie, 1976)
* Cresus of hoe ik rijk en volksgeliefd werd (proza, 1976)
* De leden van de jury (proza, 1977)
* De stervende Gallier (proza, 1977)
* De bruiloft van Kana (in "Meer suers dan soets - Verhalen omtrent liefde en leed", 1977)
* Danny (proza, 1978, in "Dag, kind")
* Ijzertijd (poëzie, 1978)
* Bougainvillea (proza, 1979)
* De werken van barmhartigheid (proza, 1979)
* Winter in Reninge (poëzie, 1979)
* Middernacht en meer (proza, 1979)
* De vogelspin en andere verhalen (proza, 1979) (omvattend : De mieren, De vogelspin, Danny)
* Winters verweer (proza, 1980)
* Een morgen in de Moeren (proza, 1980)
* Het waanbeeld (proza, 1980)
* Jij, een meermin? en andere verhalen (proza, 1981) (omvattend : Jij een meermin?, Het hok, De man van mos, De
 bruilof van Kana, De mieren, De vogelspin, Gesprek met mijn dieren, Hittegolf, Françoise of de dood der nimfen,
 Antichambre, Rabbe, De papieren school, Een zomerdag, Danny)
* Emilie Beyns : Verwanten (proza, 1981)
* Emilie Beyns : Meeldauw (proza, 1981)
* Emile Beyns : De vrouwen (proza, 1982)
* Emilie Beyns : De glimlach (proza, 1982)
* Gras (proza, 1982)
* Naschrift voor Jessica (proza, 1983)
* Liliane of  De spiegelingen van leugen en liefde (proza, 1983)
* Ars moriendi (proza  +  poëzie, 1984)
* Verzamelde gedichten (poëzie, 1984)
* De man van mos (uit "De man van mos", in "Vlaamse verhalen na 1965") (1984)
* Rosenkranz (proza, 1985)
* Liefdeshalve (pöezie, 1985)
* De slag van Tulperosa (kinderverhaal, 1985)
* Prometheus (proza, 1986)
* De reiziger, een najaarsrapsodie (proza, 1986)
* Eurydike (poëzie, 1987)
* Beminnen (proza, 1987)
* Oktober / Han Poorter (proza, 1988)
* Oktober / Maud Folcke (proza, 1989)
* Verdagen (poëzie, 1989)
* Afscheid van Fonteyne (proza, 1989)
* La comtesse de Sallac (proza, 1989)
* Een dageraad (proza, 1989)
* Relazen (proza, 1989) (omvattend: Antichambre, Bezoek aan de dodengang, Cresus)
* Oberon. "In memoriam Jos Schouwenaars, mijn vader" (proza, 1990)
* De drie Gratiën (proza, 1991)
* Het huis op de heuvel (bundel, 1991)
* Het manuscript van Villabrune (proza, 1991)
* Hagepreken (bundel, 1992)
* Het Loofhuttenfeest (proza, 1993)
* Balladen (onuitgegeven nagelaten gedichten, 2000)

------------

(1) lyriek = dichtvorm waarin eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen uitgesproken worden
(2) tetralogie = serie van vier bijeenhorende drama's

Terug naar begin

Terug naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers