René
Verbeeck werd geboren te Wilsele op 18 april 1904.
Hij studeerde aan het Sint-Jan Berchmanscollege te Mol en het
Koninklijk
Atheneum te Leuven. In 1926 behaalde hij het regentaat Germaanse talen
aan de Rijksmiddelbare Normaalschool te Gent. Na zijn legerdienst in
het
bezet gebied van Duitsland werd hij als leraar Germaanse talen
aangesteld
te Beauraing. Hier huwde hij in 1930 met Simone Bastin. Uit hun
huwelijk
werden twee zonen geboren. In 1930 was hij medestichter van het
tijdschrift
"De tijdstroom". In 1934 werd hij leraar benoemd te Mechelen, waar hij
de collega werd van Filip De Pillecyn. In
1936 was hij opnieuw medestichter van een tijdschrift, ditmaal van
"Vormen"
(1936-1940). In 1937 richtte hij de uitgeverij "Eenhoorn" op en
lanceerde
hij "De Bladen voor de Poëzie". In 1953 werd hij docent aan de
Katholieke
Vlaamse Volkshogeschool te Antwerpen en in 1959 leraar aan het Sint-Jan
Berchmanscollege aldaar. Dit bleef hij tot zijn oppensioenstelling in
1970.
René Verbeeck debuteerde met romantische poëzie in
"Oriëntering"
(1926). Hij ging vrij vlug over naar het vitalisme
(1). Dit komt het sterkst tot uiting in "De minnaars" (1935) en "De
dwaze bruid" (1937). Vervolgens manifesteerde zich een toenemende
soberheid
en bezonkenheid in zijn poëzie, zoals o.a. blijkt in de bundels
"De
zomer staat hoog en rijp" (1965) en "Het uur van de wesp" (1967). Hij
schreef
ook enkele essays
(2).
Zijn werk werd meermaals bekroond, o.m. met de Prijs van de Provincie
Antwerpen (driemaal), de Prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor
Taal- en Letterkunde (tweemaal), de Prijs van de Scriptores Catholici,
de Prijs van Sabam, de Prijs van de Provincie Brabant, de Staatsprijs
voor
Vlaamse Poëzie.
René Verbeeck stierf te Mortsel op 13 november 1979.
Bibliografie:
* Oriëntering (poëzie, 1926)
* De donkere bloei (poëzie, 1930)
* De minnaars (poëzie, 1935)
* De dwaze bruid (pöezie, 1937)
* Tussen twee werelden (poëzie, 1940)
* Een huis voor Simone (poëzie, 1940)
* Heilig leven (poëzie, 1940)
* Op het spalier der maanden (poëzie,
1948)
* De dichter H. Marsman (essay, 1959)
* Van Eros tot Requiem (poëzie, 1964)
* ¨Pieter G. Buckinx (essay, 1964)
* De zomer staat hoog en rijp (poëzie,
1965)
* Het uur van de wesp (poëzie, 1967)
* De zalige knoop van man en vrouw
(poëzie,
1971)
* Liefdeliedjes voor Sarai en andere gedichten
(poëzie, 1973)
* Verzamelde gedichten (poëzie, 1974)
* Het meisje van Rochehaut (poëzie, 1977)
---------------
(1)
vitalisme = letterkundige
stroming die optimisme en vitaliteit voorstond
(2)
essay = korte verhandeling,
letterkundig opstel
Terug naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers