Louis'
Thuispagina
- VLAAMSE SCHRIJVERS
Cyriel
Verschaeve
Cyriel
Verschaeve werd geboren te Ardooie op 30 april
1874.
Zijn middelbare studies doet hij in het Klein Seminarie te Roeselare
waar
hij in kontakt komt met de katholieke Vlaamse studentenbeweging en Albrecht
Rodenbach. In de voetsporen van deze laatste en met eenzelfde
heroïsche
visie op de dichtkunst debuteerde hij in "De Vlaamsche Vlagge" en "Jong
Dietschland" onder de pseudoniemen " I. Oorda" en "Zeemeeuwe". Aan het
Groot Seminarie te Brugge werd hij opgeleid opgeleid tot
priester.
Na zijn priesterwijding in 1897 volgde hij nog bepaalde colleges aan de
universiteiten van Jena en Marburg. Hier wordt de basis van zijn
pan-Germanisme
(1) gelegd. Van 1896 tot 1911 gaf hij les aan het college van
Tielt. In 1911 publiceert hij "Zeesymphoniën" waarin zijn
symbolische
gedachtenlyriek, nl. de spanning tussen het aardse en het oneindige
eeuwige
en waartussen de mens krampachtig zijn weg zoekt, tot uiting komt.
Datzelfde
jaar schrijft hij het romantische toneelstuk "Jacob van Artevelde",
gevolgd
door "Ferdinand Verbiest" in 1912 en "Philips van Artevelde" in 1913.
Van
datzelfde jaar dateert het prozawerk "Passieverhaal". Hij verdedigt een
cultuurpolitieke eenheid van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika. Na
zijn
leraarloopbaan wordt hij benoemd tot onderpastoor te Alveringem.
Tijdens
de eerste wereldoorlog werpt hij zich op als de geestelijke leider van
de radicale Frontbeweging
(2). Alveringem bevondt zich achter de frontlijn en zijn kapelanij
wordt de ontmoetingsplaats bij uitstek van Vlaamsgezinde soldaten. Zijn
nationalistische geschriften werden aan het front verspreid. Na de
oorlog
verdedigt hij verder zijn radicale anti-Belgische standpunten in
redevoeringen
en publicaties en steunt hij de Frontpartij bij meerdere verkiezingen
ondanks
de afkeuring van de kerkelijke overheid. Zijn extremisme vindt echter
in
ruime mate gehoor in de Vlaamsgezinde katholieke kringen. Ondertussen
verschijnt
het bijbelse drama "Judas" (1917). Op het eind van de jaren '20 zoekt
hij
toenadering tot Van Severen en zijn Verdinaso
(3). Wanneer dit Verdinaso echter een ommezwaai maakt in
belgicistische
richting, keert hij het de rug toe. In 1939 ging hij op rust.
Ondertussen
was hem in 1936, samen met René de Clercq
en Stijn Streuvels de Rembrandtprijs van
de
universiteit van Hamburg toegekend en had hij het jaar daarop het
eredoctoraat
in de letteren en wijsbegeerte van de Leuvense universiteit ontvangen.
In 1940 verschijnt zijn monumentale "Jezus". Bij het uitbreken
van
Wereldoorlog II dacht
Verschaeve
dat "het" ogenblik voor Vlaanderen aangebroken was. Hij hoopte met de
hulp
van de Duitsers zijn iedeaal, nl. de eenheid van de Nederlanden in een
geest van een Germaans christendom, te kunnen verwezenlijken. Hij wordt
benoemd tot voorzitter van de Vlaamse Cultuurrad en verleent zijn
morele
steun aan de Oostfronters
die het goddeloze kommunisme gingen uitroeien om de toekomst van het
zelfstandige
Vlaanderen in een nieuw Europa te verzekeren. In 1944 wordt hij nog
gelauwerd
als eredoctor aan de universiteiten van Jena en Keulen. In augustus
1944
vlucht hij naar Duitsland. Hij vindt tenslotte in 1945 een onderkomen
in
Solbad Hall in Oostenrijk. Op 11 december 1946 veroordeelt de
Krijgsraad
te Brugge hem bij verstek ter dood. Cyriel Verschaeve sterft in Solbad
Hall op 8 november 1949. Zijn stoffelijk overschot wordt in 1973 door
leden
van de Vlaamse Militanten Orde opgegraven en naar Alveringem
overgebracht.
Hij schreef ook onder de pseudoniemen Droevaert,
J.V.H., I. Oorda, Peisere en Zeemeeuwe.
Het werk van Verschaeve straalt in zijn geheel een metafysische
(4) onrust uit. Hij was een soort barokkunstenaar die een bijwijlen
bombastiche retorische stijl hanteerde. Naast de reeds genoemde werken
schreef hij nog talloze essays over belangrijke schrijvers, schilders,
toondichters, enz..., en maakte hij nog beeldhouwwerk in dezelfde
heroïsche
stijl als zijn literair werk.
Bibliografie :
* Jacob van Artevelde (1911)
* Zeesymphonieën (1911)
* Ferdinand Verbiest (1912)
* Passieverhaal (1913)
* Philips van Artevelde (1913)
* De schoonheid van het evangelie (1913)
* Nocturnen (1916-1924)
* Judas (1917)
* Het mysterie (1920)
* Uren bewondering voor groote kunstwerken
(1920-1922)
* Word wat ge zijt, en andere Vlaamsche voordrachten (1924)
* De dichter Joannes a Cruce (1926)
* Uit mijn werk (1926)
* Maria Magdalena (1928)
* De kruisboom (1929)
* De dichter Joannes a Cruce (1930)
* Verzameld werk (10 delen, 1934-1940)
- Deel I : Lyrisch werk :
Zeesymphoniën, Nocturnen, Prometheus, Johannes De Dooper, Passie
van
O.H. Jezus-Christus, Ge-
boorte van Christus, Zeegedichten, Liederen, Gelegenheidsgedichten
- Deel II : Jacob van Artevelde,
Philips van Artevelde, Ferdinand Verbiest
- Deel III : Judas, Maria Magdalena,
De Judasstof, Is Maria Magdalena menschelijk mogelijk, De diptiek Judas
en Maria-Magdalena
- Deel IV : Uren bewondering voor
groote kunstwerken : Hoe Verschaeve Vondel bewondert, Lucifer, Adam
in ballingschap, Noah, Vondel's drama, Vondel's Samson, Vondel's Jozef
in Dothan
- Deel V : Uren bewondering voor
groote kunstwerken : Steden, Schilderkunst, Toonkunst
- Deel VI : Studies over kunst :
Italië, Algemeene beschouwingen, Rubens, Hedendaagsche Vlaamsche
kunst
- Deel VII : Dichtkunst : Albrecht
Rodenbach, Delfien Van Haute, Guido Gezelle, Henriette Roland
Holst, Louis Leipoldt, Antigone, Aan koning Dante, Over Molière, De romantiek in de
Fransche
en
Duitsche opvatting, Seizoenen van de kunst
- Deel VIII : Schoonheid en
christendom
: Beschouwingen, Heiligengestalten, Kanselreden, Bijdragen
- Deel IX : Dietsch gedenkboek :
Aan de Vlaamsche jeugd, Gedenkdagen, Bijdragen, Aanhangsel - Gedichten
- Deel X : Voordrachten, opstellen,
bijdragen : Kunst en cultuur, Toonkunst, Letterkunde, Over eigen werk,
Varia
* Elijah (1936)
* Nocturnen (1936)
* Rubens, Vlaanderen's spectrum (1938)
* Voortrekkerspad (1938)
* Jezus (1939)
* Rodenbach's droom (1941)
* Oud-Vlaamsche meesters (1942)
* Aischulos
oresteia (1943)
* Eeuwige gestalten (1944)
* Klein Verschaeve Brevier (samenstelling en
inleiding door Wies Moens, 1944)
* Woord en gedachte (bloemlezing, 1966)
* Priester-dichter Cyriel Verschaeve, Keuze uit
zijn werk (1973, André Demedts)
--------------
(1)
pan-Germanisme = het streven om alle Germaanse volkeren te
verenigen in
één rijk
(2)
Frontbeweging = vereniging van
Vlaamsgezinde soldaten, later
uitgroeiend
tot politieke beweging
(3)
Verdinaso = Verbond Dietsche
Nationaal Solidaristen
(4)
metafysica = deel van de
wijsbegeerte dat het wezen der dingen
bestudeert
Terug naar begin
Terug
naar Louis' Thuispagina - index Vlaamse schrijvers