Geschiedenis
De geschiedenis van de Trakehner
Tijdens de donkere Pruissische winter van 1944 vluchtten 800 trakehners naar het Westen, in een poging te ontkomen aan het oprukkende Russische leger. Velen stierven onderweg.
Met een geschiedenis van meer dan
400 jaar is de Trakehner het oudste warmbloedras ter wereld. Zijn oorsprong
vinden we in Oost-Pruissen, dat ooit behoorde tot Duitsland maar in de oorlog
naar Rusland ging.
De eerste paarden waren klein en werden Schwalke genoemd, bekend om hun
veelzijdigheid en uithoudingsvermogen. Deze werden gekruist met Engelse en
Arabische volbloeden en kregen toen de naam Trakehners, naar de plaats waar ze
gefokt werden.
Hun eerste doel, begin 18de eeuw, was de cavalerie. Koning Friedrich Wilhelm I
realiseerde zich dat een nieuw type paard nodig was: sneller, lichter gebouwd
maar toch met kracht en uithoudingsvermogen. In 1732 bracht hij de beste paarden
uit de cavalerie samen naar de Koninklijke fokkerij in Trakehnen en begon
systematisch het paard te selecteren dat hij voor ogen had.
Tegelijkertijd fokten ook de boeren uit de streek met de basispaarden verder en zo kreeg Oost-Pruissen 2 afzonderlijk maar kwaliteitsvolle bronnen van rijpaarden: civiele en militaire. Ter verbetering van het ras werden beiden ook vaak onderling gekruist.
De hoofdfokkerij in Trakehnen was een stad op zichzelf met ongeveer 5000 hectare land en naast het hoofdgebouw ook 16 bijgebouwen: "Vorwerke" waar de merries onderdak vonden. De Trakehners werden er gefokt naar hun kleur. Dat klinkt nu heel raar maar was toen heel logisch aangezien elke kudde met een bepaalde kleur ook specifieke eigenschappen had: de zwarte kudde in Gurdzen bv. bestond uit merries met een zwaardere bouw, sterk en harde werkers. Tot vandaag zie je dat de zwaarder gebouwde trakehners afstammen van deze groep.
De vosmerries daarentegen waren
eerder elegant en gevoelig. Ze stamden af van bekende volbloeden zoals
Thunderclap xx. De Hannoveraanse A-lijn die haar origine kent in de trakehner
Abglanz is één van de belangrijkstedressuurlijnen en stamt uit deze
merriegroep.
De bruine merries werden gehuisvest Kalpakin. Ze stonden bekend om hun
uitstekend temperament en “rittigkeit”. De rest van de kleuren behoorde tot
de “gemengde” kudde. Hier werden de merrie vaak gekruist met arabische
hengsten. Bekende stammeries zoals Kassette en Donna behoorden tot deze
bijzondere groep, die tot vandaag, 60 jaar later de meest bekende namen zijn uit
de geschiedenis van het ras
Een dekhengst in Trakehnen leefde als een koning. Elke hengst had z’n eigen
grote paddock, afgebakend door bomen en struiken. Hun stal was een rond stenen
gebouw, open aan één zijde met een luxueus dak en mooie stalen versieringen.
Elke hengst had een privé verzorger: een ouder bewezen man die al bewezen had
in Trakehnen met paarden te kunnen omgaan.
‘s Morgens opende men de staldeuren en alle paarden baanden hun weg naar de
weide. Er waren geen afrasteringen: de paarden werden elke dag “gehoed” door
een man op een paard.
Jonge paarden leefden in grote kuddes en hadden alle vrijheid. De 3 jarige
hengsten werden eerst uitvoerig getest onder het zadel alvorens een selectie
werd doorgevoerd: cavalerie, rijpaard of dekhengst. Enkel de allerbeste werden
gekozen als dekhengst maar moesten eerst ook nog een verrichtingstest afleggen
in Zwion: deze duurde een heel jaar en hield in: rennen, trekken, vossenjacht,
eventing, dressuur en springen. Ook het karakter, de “rittigkeit” en het
temperament werden geëvalueerd. Diegene die het beste uit deze tests kwam werd
gekozen als dekhengst.
Maar Trakehnen was meer dan mensen en paarden: het was één van de grootste
Oost-Pruissische landbouwbedrijven met meer dan 900 koeien, 600 schapen en
andere dieren. Vijfhonderd paarden werden enkel gebruikt voor landbouwwerk. Door
de toevoeging van Arabisch en Engels volbloed kreeg het ras de schoonheid, de
hardheid, de bewegingen en de sportiviteit van de Trakehner vandaag. Ook vandaag
de dag is het nog toegestaan om Arabisch en Engels volbloed toe te voegen in een
anders “gesloten” stamboek..
De Trakehner was het meest succesvolle sportpaard in de wereld rond de jaren
1930. Olympisch goud ging naar Piccolomini in 1924, en de zilveren medaille ging
naar Sabel. In 1936, het goud in de dressuur ging naar de 7 jaar oude Kronos, de
gouden medaille eventing werd gewonnen door Nurmi. De paarden werden toen al
niet alleen in Europa verspreid maar in de hele wereld. In 1938 leefden 478.000
paarden in Oost-Pruissen die werden gebruikt voor alle soorten werk tot in het
paardenracen. Tussen 1921 en 1936 werd de lastigste steeplechase ter wereld,
deze Pardubice, 9 keer gewonnen door Oost-Pruissische paarden.
Stempelhengsten van toen
Door het zorgvuldig selecteren doorheen de jaren werden enkele legandarische hengstenlijnen gecreëerd.
Pythagoras Cancara Dampfross Perfectionist xx
Tempelhüter Fetysh ox Kassette
Oorlogsperiode en de "Trek"
Tijdens WOI al werd de populatie Trakehners gehalveerd en het kostte de fokkers
erg veel moeite om het ras weer op het niveau van voor de oorlog te brengen. Dan
in 1944, tijdens de laatste dagen van WOII, leek het erop dat alles tevergeefs
was geweest.
In die barre winter, toen het Russisch leger door de frontlinie brak en
Oost-Pruisen binnentrok, werden de mensen gedwongen hun land en bezittingen
achter te laten om t ekunnen overleven. In Oktober 1944 werd beslist de fokkerij
in Trakehnen te evacueren. Achthonderd van de beste merries, hengsten en veulens
werden in treinen geladen om te worden getransporteerd naar het Westen. De
meeste van deze paarden werden door de Russen in beslag genomen.
De private fokkers en hun paarden mochten niet vertrekken tot January 1945, er
was amper genoeg tijd om te ontsnappen. In deze vreselijke koude winter begon de
"Trek"; tienduizenden mensen en 18.000 Oost-Pruisische paarden
vluchtten te voet n met karren richting Westen. Sommige merries waren
hoogdrachtig en vele dagen was er niks te eten. Duizenden stierven, paarden die
niet meer konden moesten worden achtergelaten. De horror van deze maanden is
niet in woorden te omschrijven. Een vreselijke prijs was betaald: op het einde
van WO II bestond Trakehnen niet meer. Dit “paardenparadijs”, “stad van de
paarden” lag in puin en enkel een handvol paarden overleefden deze vreselijke
test. Van de legendarische merriestapel, gegroepeerd per kleur, overleefden
enkel de sterksten: 21 merries uit Trakehnen zelf.
Trakehnen en z’n paarden leek ten dode opgeschreven. Het is alleen door een
paar volhardende individuen, die zich volledig wilden toeleggen op het bewaren
van dit waardevol goed, dat Trakehnen vandaag meer is dan een voetnoot in de
geschiedenisboeken.
De belangrijkste hengsten overleefden de tocht niet. Sommigen zoals Fetysz OX
werden gedood door het leger, anderen werden in beslag genomen en naar Kirov
gebracht waar ze de stamvaders werden van een sterk huidig sportpaard: de
russische Trakehner.
Door Maren Engelhardt
www.trakehners-international.com