Laureaten opstel 2012-2013
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De ochtendzon
scheen over de kleine winkel van oma Suikerspin.
Vogels
kwetterden, bijen zoemden en in het kippenhok klonk een zacht gekakel. Ergens
was er nog een geluid te horen, maar eentje dat niet thuis hoorde in het
winkeltje van oma Suikerspin.
‘Boem-klan-kling-klang-klong’, zo klonk het. Het geluid kwam uit
het schuurtje achter de winkel van oma Suikerspin.
Normaal was er
op dit uur in het winkeltje nog niets te horen, maar sinds een half jaartje had
oma Suikerspin het zwaar te pakken voor haar vriendje Appelbol. Die is sinds
gisteren bij haar ingetrokken en heeft het in zijn (appel)bol gehaald om een
‘eten-wat je-maar-wensen-kan-machine’ te maken.
Oma Suikerspin woelde in haar bed en probeerde haar hoofd onder haar
kussen te verstoppen. ‘Dit is toch niet meer normaal’, jammerde ze en ze
zette zich rechtopin bed, trok haar rozerode kersenkamerjas aan en stapte naar
daar waar het geluid vandaan kwam.
’Weet je niet meer wat je gisteren beloofd hebt: je ging pas vanaf
tien uur aan je ‘eten-wat-je-maar-wensen-kan-machine’ werken en het is
verdorie nog geen zes uur’, kloeg oma Suikerspin. ‘Maar mijn lief, schattig,
lekker, zoet suikerspinnetje… ik heb al de hele nacht doorgewerkt en de
machine is af! Dus testen maar! Aan jou de eer!’
Oma Suikerspin stond met haar mond vol tanden te gapen naar haar appelbolletje.
Het duurde even vooraleer ze besefte dat ze niet aan het dromen was. Uit haar
mond rolde het ene lekkere woord na het andere: ‘aardbeitaart, appelflap,
pralines, zure beertjes, pasta bolognaise, pizza, fritjes met curryworst, lange
veters, verse neuzen, cupcakes in alle soorten, maten en kleuren, cola, ice-tea,
thee, koffie, witte chocolade, bruine chocolade, zwarte chocolade,…
’Stop, stop’, riep Appelbol. ‘Dit is meer dan de machine aan
kan… als dit maar goed afloopt.’
Kwiet,
kwaat, krak, smos, boem patat. De machien sputterde en sloeg in gang. Twee
minuten later stond heel de winkel vol. Eén
voor één stroomden de mensen binnen; ze kwamen op de heerlijke geuren
af. De machine stond vanaf die dag niet meer stil. Oma Suikerspin en Appelbol
werden nog verliefder op elkaar en weet je wat hun meest verkochte artikel
was? De rood-van-de-liefde-gesuikerde-appelbol met een vleugje romantiek.
Manon
JACOBS, laureaat 2012 – reeks 1
![]() |
![]() |
Het
zakje chips lag aanlokkelijk in het rek. Met een zucht pakte Erwin het zakje
vast. Hij moest even aanschuiven aan de kassa. Erwin fietste snel naar huis.
Het zakje chips legde hij opzij. Mama riep hem. En het zakje chips raakte in
de vergetelheid.
Pas vijf dagen later zag Erwin
het zakje chips. Gulzig verorberde hij het.
“Ik voel me
misselijk!”,kreunde Erwin. Hij wankelde. Toen zakte hij op de grond. “Ik
zie gekleurde vlekken”, bracht Erwin moeizaam uit. Mama tilde hem op de
zetel. Snel mat ze zijn koorts. Toen ze zijn temperatuur bekeek, verschoot ze
zichtbaar. Erwin had nog genoeg kracht om “Wat is er?”, te vragen. “Naar
het ziekenhuis! Je hebt 42°C koorts!” In de auto verloor Erwin
bijna het bewustzijn.
Hij opende zijn ogen toen een dokter iets zei: “Luister, we gaan bloed
trekken om te zien of er niets ergs in zit.” Bij de gedachte daaraan verloor
Erwin het bewustzijn.
Het eerste wat hij zag waren
vlekken. Langzaam kon hij allerlei groente en fruit onderscheiden. “Wie zijn
jullie?Waar ben ik?” “Je bent in het Land van Eten. Preciezer: in de regio
Groenten en Fruit!”, zei de aardbei brutaal. “Hou je kop! Het is niet
omdat jij zoeter smaakt, dat je alles mag!”, reageerde de mandarijn.
De wortel stapte naar voren. Ik ben koning Wortel Peen. Noem me Wortel.” Hij
wees naar de nectarine die ook een stap zette: “En dit is mijn vrouw.”
“Aangenaam, ik ben Nectarine Pitvrucht. Zeg maar Nectarine.” “En wie ben
jij?”, vroeg Sla zacht. “Ik ben Erwin Haes.” “Haas, die eten ons op!
Hij moet naar het Land van de Dieren!”, waren enkele reacties. “Maar,ik
ben geen echte haas”, probeerde Erwin. Dat kalmeerde. “We zitten met een
probleem. We hebben geen bed voor jou om in te slapen”
“Ik zal wel hier slapen”,
bood Erwin aan. “Nee, dan komen de Bestekkers je halen. Dan word je naar de
Eter gebracht en kom je nooit meer terug!”
“Wie zijn de Bestekkers? Zijn
dat een soort politiemannen?”
“Politiemannen? Wat zijn
dat?”, vroeg Pruim. “Mannen in blauwe uniformen die de orde bewaren. Welke
planeet is dit?”, vroeg Erwin.
“De planeet Bord. De mooiste
planeet ter wereld voor de Eter en zijn Bestekkers hier kwamen.”
“Hebben jullie
palen, een doek, en stenen?”, vroeg Erwin. “Dan maak ik een tent om in te
slapen.” Al snel had Erwin een knus tentje. Moe legde hij zich neer. Hij
viel direct in slaap.
‘s Ochtend was Erwin al vroeg
wakker. Hij besloot een verkenningstochtje te maken. In de verte hoorde hij
een riviertje. Hij bedacht dat hij daar best naar toe kon gaan. Dan kon hij
zich opfrissen en wat drinken. Het was eventjes stappen. Het water was fris.
Plots hoorde hij een gerucht achter zich. Het was Bes. Ze gingen ontbijten.
Erwin en de Groenten en Fruit ondervroegen elkaar over elkanders wereld. Erwin
vroeg veel over de Eter en zijn Bestekkers. Erwin hielp hen ook met hun werk.
Dat was vooral voedsel, licht en zuurstof zoeken. Maar ook ervoor zorgen dat
ze er lekker en gezond uitzagen. Regelmatig kregen ze de slappe lach. Het was
een leuke dag. Erwin dacht niet meer aan het waar, wie, hoe,… van de dingen.
Na de avondmaaltijd kroop hij direct in zijn tentje. Het was een vermoeiende
dag geweest. Erwin had geen beddengoed. Toch viel hij als een blok in slaap.
Erwin begaf zich ’s ochtends
weer naar het riviertje. Hij schrok niet van het geritsel, want hij dacht dat
het weer Bes was. Hij wou al opstaan. In plaats daarvan kreeg hij een net over
zich. Een paar Vorken tilden hem op en droegen hem weg. Na een eeuwigheid
bereikten ze een kamp. Daar werd hij overgeleverd aan een paar gevaarlijke
Messen. Erwin zat ongemakkelijk, maar durfde niks te zeggen. Er werd stevig
doorgemarcheerd. Erwin was bijna in slaap gevallen als ze niet bruusk waren
gestopt voor een reusachtig gebouw. Voor de deuren stonden goed bewapende
Lepels. Erboven stond gegraveerd:’Gevangenis’. De Messen haalden hem uit
het net en hij moest in een zaal gaan zitten waar een hoopje voedsel moedeloos
voor zich uit keek. Erwin dacht na over de mogelijkheden om te ontsnappen.
Zelfs als hij hieruit geraakte, dan nog zou hij niet snel genoeg weg zijn.
“Jij daar! Meekomen!” Erwin schrok op. Enkele Messen gingen met hem op
weg. Via een ondergrondse gang bereikten ze het paleis van de Eter. De angst
kreeg Erwin weer in zijn greep. Maar hij durfde niet te huilen. Bij elke stap
werd hij banger. Wat zou er gebeuren? Wie was de Eter? De Messen begonnen
sneller te stappen. Bij een poort pakten de Lepels hem over. Ze sleurden hem
mee. Erwin kreunde. Voor een rijkelijk versierde deur bleven ze staan. Ze
trokken Erwin recht en klopten eerbiedig op de deur. ‘Dus hier woont die
tiran’, dacht Erwin Hij kreeg een stomp en viel op zijn knieën naar binnen.
Zijn voorhoofd bonkte tegen de grond. “Zo, indringer!”, zei een luide,
barse stem. “We zullen eens zien hoe we je kunnen straffen.” Hij pakte
Erwin ‘s kin vast en trok hem recht. “Volg me!” De Eter was een klein
ventje met een heel grote mond en buik.
Achter een klein deurtje zat enkel zwart. De Eter gebaarde:”Wie hierin
verdwijnt komt nooit meer terug!” Hij gaf Erwin een duw en Erwin viel.
“Erwin? Ik ben bij je”, zei
een bekende stem. “De dokters hebben bloed getrokken. Je hebt een
voedselvergiftiging opgelopen. Iets over datum.”
“De chips!”, fluisterde
Erwin. “Je zult nog enkele dagen in het ziekenhuis blijven. Je moet
medicijnen krijgen. Straks krijg je een braakmiddel. Dat kon niet zolang je
buiten bewustzijn was”, vervolgde mama. De dokter kwam binnen met het
braakmiddel. Erwin slikte het in en moest al snel hevig braken. Meteen voelde
hij zich beter. Nu moest mama weg. “Tot morgen!” Toen mama weg was kreeg
Erwin een koortswerend slaapmiddel. Voor hij in slaap viel moest hij nog
eventjes aan zijn droom denken. Maar hij viel in slaap voor hij tijd had om na
te denken.
Birthe VERSCUREN, laureaat 2012 – reeks 2
Waarom geen streekproduct proberen?
|
![]() |
De
globalisering heeft ervoor gezorgd dat we producten van over de hele wereld
kunnen kopen door gewoon maar bij de supermarkt om de hoek binnen te stappen.
Vandaag de dag gebruiken zeer veel mensen ook producten uit andere werelddelen
en vaak hebben ze hiervan zelfs geen besef. Wordt het niet eens tijd dat we
beseffen dat we in een droom leven? Een droom die onmogelijk kan blijven duren,
omdat hij gebaseerd is op uitbuiting zonder dat wij, de uitbuiters, het zelf
beseffen.
Je
staat er waarschijnlijk niet vaak of zelfs helemaal niet bij stil dat vele
producten die je in de rekken van de supermarkt kan vinden niet van Belgische
makelij zijn. Vaak heeft het eindproduct dat je in de winkel kan kopen de halve
wereld rond gereisd om uiteindelijk bij jou terecht te komen. Zo zal
bijvoorbeeld de curry uit India daar eerst verpakt worden, om nadien verscheept
te worden naar een Europese haven. Van daaruit zal de curry vervolgens
getransporteerd worden naar een groothandel. Daar wordt de grote hoeveelheid
curry dan verder verdeeld naar de verschillende supermarkten. Dit voorbeeld
maakt duidelijk waarom uitheemse producten schadelijk zijn voor het milieu. Het
transporteren van producten uit andere werelddelen vervuilt onze planeet enorm.
Dit zou volgens mij efficiënter kunnen.
Niet
alleen het transport is schadelijk voor het milieu. Door het gigantische aanbod
ontstaan er ook enorm veel voedseloverschotten. Dit verhoogt de afvalberg, wat
alweer schadelijk is voor het milieu. Tevens blijkt hieruit hoe oneerlijk onze
wereld in elkaar zit. Terwijl wij tonnen voedsel per dag weggooien, verhongeren
de mensen die enkele weken daarvoor de bananen van de bomen plukten en de
rijstvelden bewerkten, opdat wij uit tientallen soorten rijst zouden kunnen
kiezen. Wordt het niet eens tijd dat we inzien dat onze levenswijze een paar
stappen te ver gaat en onmogelijk kan blijven voortduren?
Er
is een duidelijke verschuiving zichtbaar wanneer we ons koopgedrag, in dit geval
op het vlak van voeding, vergelijken met dat van pakweg een eeuw geleden. Het
leven van de burgers in die tijd draaide rond overleven. De gewone burgers
moesten vechten om voedsel en velen stierven ook van honger. Die tijd is echter
voor ons westerlingen al enige tijd voorbij. Momenteel draait het in onze
westerse maatschappij al lang niet meer om ‘overleven’, maar het gaat om
luxeproblemen. Zo zal een persoon die het liefst kaas van het merk ‘Edammer’
eet, teleurgesteld zijn wanneer net die kaas niet meer in de rekken van de
supermarkt is terug te vinden. Uit dit voorbeeld blijkt ook dat we niet beseffen
hoe goed we het hebben. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de vele Afrikaanse,
Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen, waar het zoeken naar eten de
belangrijkste taak van de dag is en waar mensen sterven van de honger. We halen
het voedsel uit deze landen weg, om het vervolgens voor de ogen van de westerse
consumenten te plaatsen. Een grote hoeveelheid ervan wordt zelfs weggegooid,
terwijl de bewoners van de landen waar het voedsel oorspronkelijk vandaan komt,
sterven van de honger. Dat vind ik persoonlijk onaanvaardbaar.
Gelukkig
zijn er ook mensen die wel beseffen dat het zo niet verder kan. Zo hebben meer
en meer mensen tegenwoordig hun eigen groentetuintje. Deze mensen ontwikkelen
hierdoor meer liefde voor de producten die ze zelf geproduceerd hebben en ze
hebben er ook meer respect voor. Zo smaken zelfgekweekte tomaten altijd beter
dan degene die je in de winkel kan kopen. Je hebt er dan ook veel tijd, liefde
en vooral veel geduld voor nodig gehad, maar het resultaat laat zich smaken!
Persoonlijk
vind ik het belangrijk om de producten uit je eigen streek zeker en vast een
kans te geven. Het is namelijk niet zo dat een tomaat uit Spanje beter smaakt
dan een tomaat uit België. Het kan zijn dat je een gelijkaardig product uit het
buitenland lekkerder vindt dan dat uit België, maar geef het in ieder geval een
kans. Zo zou het bijvoorbeeld zonde zijn om de garnalen uit onze Noordzee niet
te proberen,
want deze behoren tot de beste van de wereld.
Er
zijn ook chef-koks die graag werken met streekproducten en seizoensgroenten. Zij
hebben vaak een voorliefde voor producten uit hun eigen streek en dit geeft vaak
een meerwaarde aan de gerechten. Het respecteren van de seizoenen duidt ook
meestal op het feit dat de chef respect heeft voor zijn producten en voor de
natuur in het algemeen. Ik zou het bijvoorbeeld zeer ongepast vinden als er in
de zomer spruitjes op het menu zouden staan, want spruitjes zijn typische
wintergroenten.
Hopelijk
ga je vanaf nu meer respect hebben voor producten uit je eigen streek en
producten in het algemeen. Zo vind ik dat producten die in je eigen land of
streek te vinden zijn, meer aangeboden zouden moeten worden dan soortgelijke
producten uit het buitenland. Ik vind ook dat inheemse producten veel goedkoper
zouden moeten zijn dan buitenlandse variaties. Dat zou ook logisch zijn, want
deze reizen vaak de halve wereld rond. Hier is veel transport voor nodig en dit
vervuilt onze planeet enorm. We buiten zowel onze medemensen uit andere
continenten als de natuur uit, zonder het zelf te beseffen. Het wordt tijd dat
we inzien dat het zo niet verder kan en dat er oplossingen gezocht moeten
worden. Elke dag sterven er namelijk zo’n vierentwintigduizend mensen van de
honger, terwijl wij dagelijks tonnen voedsel weggooien!
Bronnen:
Elke
dag sterven zo’n 24 000 mensen van de honger.
à
millenniumdoelstelling 1, internet,de Verenigde Naties, ( 3 november 2012)
Kevin VERCALSTEREN, laureaat 2012 – reeks 4
© Davidsfonds Heist-op-den-Berg, Molenstraat 96, 2220 Heist-op-den-Berg, BELGIUM / Foto's: Peter Van Bree