
|

Twee zichten op het indrukwekkende
"vleugelpiano"-decor van het 8ste WPSF
|
Mia Martini, Martine
Clémenceau, Ajda Pekkan, Baccara, Olsen
Brothers, Piera Martell, Betty
Missiego en Karel Gott: allen
stonden ze in november 1977 op het imposante podium van de Nippon Budokan
Hall in Tokio, dingend naar de Grand Prix van het 8ste World Popular Song
Festival. Geen van bovengenoemde Eurovisie-sterren sleepte de hoofdprijs in
de wacht. Die eer ging dat jaar naar het Britse trio Rags met "Can't
Hide My Love" en de Japanse Masanori Sera & Twist met "Anta No
Ballad" (A Ballad For You).
|

Rags -
"Can't Hide My Love"
(7" -
pressing Japan -
picture cover 1)
|

Rags -
"Can't Hide My Love"
(7"
single - pressing Japan -
picture cover 2)
|

Qutey 5 -
Various Artists
(EP -
pressing Japan -
incl. Blonde On Blonde, Asei Kobayashi, Blondie, Rags,
Love Machine, Samantha Sang)
|
Rags veroverde de
Grand Prix met een up-tempo nummer én een slimme verkleedtruc. Aan het begin
van hun lied was het drietal letterlijk gehuld in "rags" (lompen):
kleurrijke, vederachtige lapjesjassen. Naarmate het nummer groeide, werden de
lange jassen uitgetrokken en onthulden zowel de twee dames als de heer hun
donkerpaarse feestpakjes. Die kledij werd bovendien voor het optreden in de
Grand Finale vervangen door galapakjes in wit en goud. Een dubbele verrassing
die zijn effect niet miste. Bovendien paste het verkleedconcept perfect bij
de naam van de band en het gekozen liedje … Een slimme manier om een
middelmatig nummer recht naar de top te zingen. "Can't Hide My
Love" werd een dikke nummer 1-hit in Japan en behaalde er goud. Op de
7" single stond tevens een Japanse versie van het liedje.
|

Rags bij de
uitreiking
van de
Grand Prix International
|

Rags eerst
in lompen …
|

…
vervolgens in donkerpaarse
pakjes (halve finale) …
|

… en tot
slot in wit-gouden
pakjes
(Grand Finale)
|
De 8ste
WPSF-editie was een topper voor Eurovisie-artiesten (in spe): met acht
ESC-sterren en zes ESC-componisten was dit een Eurovisie-songfestival in
mini-formaat. Zes (van de acht) behaalden zelfs de WPSF-Finale. Zelfs Rags
had een bescheiden Eurovisie-ervaring achter de rug: in maart '77 was de groep
met "Promises, Promises" op de vierde plaats geëindigd in A Song
For Europe, de Britse preselecties voor het Eurovisiesongfestival.
Mia Martini (ESC '77
& '92) zong voor Italië "Un Ritratto Di Donna", bekroond met
een Outstanding Song Award en een Most Outstanding Performance Award voor
haar vertolking. Voor de tekst van het nummer tekende Carla Vistarini, een
veelzijdige artieste die onder meer tekstmateriaal leverde voor Italiaanse
TV-programma's, theaterstukken en topmuzikanten als Riccardo Fogli, Mina,
Alice, Peppino Di Capri, Massimo Ranieri,… . "Un Ritratto Di Donna"
verscheen op Mia's album "Per Amarti" (enkel in Japan werd de song
uitgebracht op single).
|

Mia Martini
- "Un Ritratto Di Donna"
(7" -
pressing Japan - inzending Italië)
|

Mia Martini
- "Per Amarti"
(LP met
"Un Ritratto Di Donna"
|

Mia …
uitdagend op het WPSF
|

Mia Martini
- "Per Amarti"
(LP -
pressing Japan)
|
Italië stuurde nog twee andere artiesten
naar het Festival: Daniela Davoli met
"Confessioni" en Pino Leggeri met
"Beata Te". Geen van beide slaagde erin door te stoten naar de
Grote Finale.

Pino Leggeri - "Beata Te"
(7" single - inzending Italië)
|
Ajda Pekkan (ESC '80)
zong voor Turkije het nummer "A Mes Amours": een chanson met een
melancholische intro, gevolgd door een catchy refrein. Het leverde haar een
fraaie 12de plaats op én een dubbele onderscheiding (Outstanding Song Award
en Outstanding Performance Award). "A Mes Amours" paste in de reeks
van Franstalige liedjes die Ajda in de tweede helft van de jaren '70 uitbracht
("Je T'Appendrai L'Amour / Tu Pars Et Tu Reviens", "Viens Dans
Ma Vie / Face A Face Avec Moi"), resulterend in een volledig Franstalig
album: "Pour Lui" (1978), vreemd genoeg zonder "A Mes
Amours". Het nummer werd enkel gereleased op single (in Japan en in
Europa).
"A
Mes Amours" is listed in the Song Archive (n° 1).
|

Ajda Pekkan
- "A Mes Amours"
(7"
single - inzending Turkije)
|

Ajda op het
WPSF
|

Ajda Pekkan - "A Mes Amours" (7" single - pressing Japan) |

|
Winnares van de WPSF Grand Prix '71, Martine
Clémenceau, zong ditmaal "L'Amour Monsieur", opnieuw een compositie
van André Popp en goed voor een Outstanding Song Award. Twee Eurovisie-duo's
en één -soliste moesten zich tevreden stellen met een finaleplaats zonder
award: de dames van Baccara, de Olsen Brothers en de Zwitserse Piera Martell.
… Martine
Clémenceau waagt opnieuw haar kans
op het WPSF …
|

|

Baccara bezoekt Tokio
|

Back sleeve
van LP "The Hits Of Baccara":
het duo in
zwart-wit
op het
podium van het WPSF 1977
|

Baccara met
WPSF-afgevaardigden

Opmaak voor
fotoshoot
|
De dames van Baccara (ESC '78)
stonden vreemd genoeg niet als Spaanse vertegenwoordigsters, maar als
muzikale ambassadrices van West-Duitsland op het WPSF-podium. Beide dames
waren ongetwijfeld de "hottest stars" van het Festival: "Yes
Sir, I Can Boogie" en "Sorry, I'm A Lady" waren in zowat alle
Europese landen én in Azië een mega-hit. De deelname van het duo aan het WPSF
paste perfect in hun Aziatische promotietournee. Vreemd was echter de keuze
voor "Mad In Madrid" als inzending voor het Festival: een eerder
rustig, melancholisch nummer dat de opgewektheid en disco-factor van hun
vorige nummers miste. De grote pre-tournament favorites strandden dan ook op
een onfortuinlijke 14de plaats en West-Duitsland greep naast zijn eerste WPSF
Grand Prix. Met uitzondering van de Japanse release werd "Mad In
Madrid" verbannen naar de B-side van Baccara's derde single
"Darling" of zelfs vervangen, bij andere pressings, door het nummer
"Number One". "Mad In Madrid" was (uiteraard) een
compositie van Rolf Soja en Frank Dostal (schrijversduo van "Parlez-Vous
Français?" - ESC '78 en "L'Amour De Ma Vie" - ESC '86).
|

Baccara
"Darling" (pressing België)
(7" -
B-side: "Mad In Madrid")
|

Baccara -
"Mad in Madrid"
(7"
single - pressing Japan)
|

Baccara
"Darling" (pressing NL)
(7" -
B-side: "Mad in Madrid")
|
De Olsen Brothers waagden
zich voor Denemarken aan hun tweede WPSF-deelname. Ditmaal geen rocknummer,
maar een mooie, zweverige slow opgedragen aan "Julie" (muziek &
tekst: Jørgen Olsen). Een finaleplaatsje was het resultaat. Terwijl ze in
Tokio voor het Engels kozen, verscheen "Julie" in Deense versie op
het album "San Francisco" (1978). De Engelse versie is thans terug
te vinden op diverse compilatie-albums, zoals "Greatest And Latest"
(1994), "The HitStory Of Brdr. Olsen" (1999) en "The Story Of
Brødrene Olsen" (2000). En in 2003 werd zelfs een Duitse
remix-versie opgenomen - "Julie (Du Bist Magie)" - voor het album
"Weil Nur Die Liebe Zählt", tevens de Duitse titel van hun
Eurovisie-winnend "Fly On The Wings Of Love".
Listen
here to a fragment of "Julie" (Danish version): 
(links to an external RealAudio file)
|

Olsen
Brothers
"San Francisco"
(LP - 1978
- met "Julie")
|

Piera
Martell - "Live" (LP)

Karel Gott
- "Jdi Za Štěstím"
(7"
single - pressing Japan)

Karel Gott
- "Amore Mio"
(LP - Amiga
- met
"Go In
Search Of Happiness")
|
De laatste ESC-artiest, die in 1977 een
finaleplaatsje in de wacht wist te slepen, was Piera Martell (ESC '74)
voor Zwitserland met "What A Feeling" (muziek: Peter Reber).
De Spaanse Betty Missiego (ESC '79)
greep met het nummer "Me Siento Triesto" net naast een
finaleplaats.
Karel Gott (ESC '68)
kon niet aanwezig zijn op de finaledag van 13 november, maar voor zijn
vertolking van "Jdi Za Štěstím", gezongen voor
Tsjechoslovakije tijdens de halve finale op 12 november, kreeg hij wel een
Outstanding Performance Award. "Jdi Za Štěstím" verscheen op
single in Japan, op het album "Karel Gott '78" en is vandaag nog te
vinden op de verzamelaars "Karel Gott - Originálni Nahrávky Ze 70.
Let" (Supraphon) en "Karel Gott - Przeboje lat 70-ych" (Sony
Music) met Gott's grootste (Tsjechische) hits uit de jaren '70. De Engelse
versie van het nummer - "Go In Search Of Happiness" - verscheen als
track op het album "Amore Mio" (Amiga 1979).
|

Betty
Missiego
"Me Siento Trieste"
(7"
single - pressing Japan)

Karel Gott
"Originální
nahrávky ze 70. let" (Verzamelalbum met
"Jdi
Za Štěstím")
|
Van de Lage Landen was enkel België present.
Nicole Mery zong het door Ray Bells (muziek) en Remy Ray (tekst) gecomponeerde
nummer "Like A Rainbow". Nicole, geboren in 1961 als Nicole
Hamerijckx, had reeds deelgenomen aan diverse festivals, waaronder het Sopot
Festival in Polen (1976 - 6de plaats) en "Le Ier Festival International
d'Istanbul" (1976 - Grand Prix De La Ville). Haar minder succesvolle deelname aan
het WPSF (halve finaliste) wist ze echter goed te maken met twee
overwinningen op het Festival van Luxemburg in 1978 en 1980. In 1982 dong
Nicole mee naar het Eurovisieticket richting Harrogate met "Quelle
Surprise" (preselecties RTBF) en zat ze tevens in de Baccarabeker te
Middelkerke. In 1988 scoorde ze nog een bescheiden hit met "Can't Waste
A Tear".

Nicole Mery
- "Like A Rainbow / Dance In Istanbul"
(7"
single met zowel de Belgische inzending voor het WPSF 1977
als het
Grand Prix winnend lied van het "Festival International d'Istanbul
1976")
|

Delizia -
"J'Ai Rendez-Vous" (EP)
|
België had nog een klinkende naam in het
componistenveld: Salvatore Adamo schreef tekst en muziek voor het nummer
"Alors, Le Bel Eté (Comme Un Feu Qui Dort)", gezongen door Delizia voor
Frankrijk. Zij kende vooral succes met de EP's "J'Ai Rendez-Vous"
en "Prends Le Chien".
|

Delizia
"Prens Le Chien" (EP)
|

|
Naast Delizia en Martine Clémenceau had
Frankrijk nog twee andere artiesten op het WPSF-podium: Enrique en Nicoletta.
Enrique zong het
met een Outstanding Performance Award bekroonde "Cécilia", een compositie
van Philippe Monet.
Enrique - "Cécilia"
(7" single - pressing Japan- inzending
Frankrijk)
|
De rebelse Nicoletta, geboren
als Nicole Grisoli in 1944, bracht het nummer "La Dernière Prière"
(muziek: Daniël Carlet). Gedreven door haar passie voor jazz, blues en gospel
én bezegend met een heel apart stemgeluid kreeg ze in 1966 de kans om haar
eerste plaatje op te nemen: "L'Homme A La Moto". De grote
doorbraak kwam er in 1967 met "Il Est Mort Le Soleil", waarvan een
Engelse versie werd opgenomen door Ray Charles. In de daaropvolgende jaren
nam Nicoletta ook deel aan bekende festivals, waaronder het San Remo Festival
en MIDEM in Cannes. Eén van haar grootste successen boekte ze in 1971 met
"Mamy Blue", een gospelsong geschreven door Hubert Giraud. Er volgden
tournees in Turkije, Afrika, Japan en Brazilië. In 1974 ontving ze de
"Prix Charles-Cros" voor haar "Enfants Venez Chanter
L'Espoir" en werd ze verzocht om het themalied in te zingen voor de
Franse versie van de film "Papillon" (Franklin J. Schaffner). In
1975 schitterende ze voor het eerst in de Parijse Olympia. Behalve enkele
45-toerenplaatjes verscheen geen nieuw materiaal tot de release van het album
"Palace" in 1978. Nicoletta's deelname aan het WPSF met "La Dernière Prière",
een nummer van het nieuwe album, paste dan ook perfect in de promotie voor
"Palace". "La Dernière Prière" raakte echter niet
voorbij de halve finale.
|

Nicoletta -
"Palace"
(LP met
"La
Dernière Prière")

Nicoletta -
"La
Dernière Prière"
(7"
single - pressing Japan)
|
Voor de tekst van zowel Enrique's
"Cécilia" als Nicoletta's "La Dernière Prière"
tekende Didier Barbelivien, tevens tekstschrijver van diverse ESC-liedjes
("Il Y Aura Toujours Des Violons", "Il Me Donne
Rendez-Vous", "Les Jardins De Monaco" & "Notre Vie,
C'est La Musique").
|

Nicole
Martin
"Mes Grands Succès"
(verzamelalbum
met
"Bonsoir Tristesse")
|
Ook Canada werd vertegenwoordigd door een
stralende diva: zangeres Nicole Martin. Zij deed
het met "Bonsoir Tristesse", een compositie van Francis Lai (componist
"Où Sont-Elles Passées?" - ESC '64), wel een stuk beter dan
Nicoletta: een knappe vijfde plaats én een Outstanding Song Award.
"Bonsoir Tristesse", een prachtig opgebouwde balade, stond bij de
bookmakers torenhoog favoriet: het nummer ging dan ook vlotjes door naar de
Grand Finale, maar moest zich uiteindelijk tevreden stellen met de vijfde
plaats. "Bonsoir Tristesse" werd wel een WPSF-klassieker …
Nicole Martin op het 8ste WPSF
|
En ook het koele Finland liet zich
vertegenwoordigen door een mooie verschijning: de blonde Taiska zong het
vlotte "Boogie Man", een dansnummertje op tekst van Pertti Reponen
(tekstschrijver "Pump-Pump" - ESC '76). "Boogie Man" (in
het bijzonder de opening van het nummer) was duidelijk een knipoog naar
ABBA's "Dancing Queen", een soort Dancing King dus. "Boogie
Man" zou trouwens de laatste Finse inzending voor het WPSF zijn. In 1982
waagde Taiska haar kans voor het Eurovisie-ticket richting Harrogate met het
nummer "Hiroshima" (een knipoog naar haar Japans muziekavontuur?),
maar strandde toen op de derde plaats. Nog een Eurovisie-curiositeit: in 1983
nam Taiska een Finse cover op van het winnende "Si La Vie Est Un Cadeau",
vertaald als "Lahjan Sain".
|

Taiska -
"Boogie Man"
(7"
single - inzending Finland)
|

George Chakiris
op het 8ste WPSF
|
Behalve
Rags had het Verenigd Koninkrijk nog een tweede inzending in de top 10. De
Academy Award-winnende George Chakiris wist met
zijn "We've Got It Made" (muziek & tekst: Yellowstone &
Voice) een mooie zesde plaats (en een Outstanding Song Award) te veroveren.
George had in 1961 de Oscar van "Best Supporting Actor" gewonnen
voor zijn krachtige vertolking als de leider van "The Sharks" in de
musical "West Side Story". De daaropvolgende jaren speelde hij
rollen in een groot aantal (minder succesvolle) films en was hij tevens te
zien in de TV-serie "Dallas". Op muzikaal vlak bracht hij een
aantal album en singles uit, waaronder "We've Got It Made" voor de
Japanse markt.
Georges
Chakiris - "We've Got It Made"
(7"
single - pressing Japan)
|
En dan was
er ook nog Kelly Marie voor het
Verenigd Koninkrijk, die net een hitje had gescoord in de VS met "Run To
Me" (n° 27 in
de Club Play Singles Chart 1977). Haar grootste successen zou deze disco-diva
behalen in de jaren '80. "Feels Like I'm In Love" was in 1980 de
best verkochte disco-plaat in het Verenigd Koninkrijk. En ook de opvolgers,
waaronder "Loving Just For Fun", deden het prima. Met haar
WPSF-nummer, de vrolijke disco-stamper "Sentimental Kisses", wist
Kelly het Japanse publiek echter niet te overtuigen. De song belandde als
B-kant op haar single "Make Love To Me" (1978), waarvan ook een
12" versie werd uitgebracht.
|

Kelly Marie
- "Make Love To Me"
(7"
single met op B-kant: "Sentimenal Kisses")
|
Net als in 1976
slaagden de Verenigde Staten er niet in een top 10-notering te bemachtigen.
Enkel het bonte gezelschap van de Mystic Knights Of The Oingo Boingo
veroverde een finaleplaats.
MKOTOB werd "in elkaar gestoken"
door filmregisseur Richard Elfman, die op zoek was naar een band voor het
bizarre filmproject "Forbidden Zone". Samen met zijn jongste broer
Danny Elfman (vocals, gitaar), Steve Bartek (gitaar) en Johnny
"Vatos" Hernandez (drum) richtte hij de MKOTOB op, later ingekort
tot Oingo Boingo. Hoofdingrediënten van de band werden: eigenzinnige new
wave, gekke podium-acts én … een intrigerende groepsnaam. Aangezien de
bandleden geen zin hadden om te wachten om de voltooiing van de film,
begonnen ze op te treden in L.A., waar ze populair werden bij de punk/new
wave-generatie, en grepen ze in 1977 hun kans voor een deelname aan het WPSF.
En met succes! Hun inzending, "Oh, Dominique Send Me" (later
herdoopt tot "Comet's Tail"), overdonderde het publiek met een
originele sound én een bizarre verkleedpartij. MKOTOB's optreden werd dan ook
één van de meest memorabele uit de WPSF-geschiedenis.
|

Het bonte
gezelschap van de MKOTOB op het 8ste WPSF
|

|
De soundtrack van "Forbidden Zone"
verscheen uiteindelijk in 1980 en Oingo Boingo kreeg een platencontract bij
A&M Records, wat resulteerde in een aantal geslaagde new wave-albums. Na
de overstap naar MCA scoorden de Oingo Boingo-leden hun grootste hit met
"Dead Man's Party" (1985), maakten een cameo-optreden in de
filmkomedie "Back To School" en scoorden een bescheiden hit met het
themalied van de tienerkomedie "Weird Science". Hun albums van eind
jaren '80 en begin jaren '90 wisten het commerciële succes echter niet meer
te verzilveren, maar hielden wel Oingo Boingo's cultstatus in ere. In 1995
werd echter besloten de groep definitief op te doeken.
Het bekendste Oingo Boingo-lid is uiteraard
Danny Elfman, die bevriend raakte met regisseur Tim Burton en aldus een
muzikale bedrage leverde tot diens films, waaronder "Beetlejuice",
"Batman", "Edward Scissorhands", "The Nightmare
Before Christmas" en "Planet Of The Apes". Elfman werkte ook
mee aan niet-Burton films, waaronder "Dicky Tracy" en "Men In
Black", en schreef de muziek voor diverse TV-programma's, waarvan
"The Simpsons" ongetwijfeld de bekendste is.
|

Adrienne Johnston
"Adrienne Johnston Of The Johnstons"
(LP - 1975 - met
"If Poems Died Like Promises")
|
In schril contrast
met de exuberantie van de MKOTOB stond de ingetogenheid en eenvoud van
Amerika's tweede afgevaardigde: Adrienne Johnston en haar "If
Poems Died Like Promises". Adrienne begon haar muzikale carrière in de
jaren '60 in
Dublin samen met zus Luci en broer Michael als "The Johnstons". De
groep legde zich toe op close harmony met gitaar-begeleiding. De nationale
doorbraak kwam er snel: in februari 1966 wonnen The Johnstons de
"Wexford Ballad Competition", wat hen TV-optredens opleverde. Hun
debuutsingle, een cover van Ewan McColl's "Travelling People",
piekte op nummer 1 in
de Ierse hitlijsten. Michael verliet uiteindelijk de groep en werd vervangen
door Mick Moloney (vocals, mandoline, banjo) en Paul Brady (vocals, gitaar).
De vierkoppige band werd enorm populair in Ierland en toerde de wereld rond.
In 1975 ging Adrienne solo met het country-achtige album "Adrienne
Johnston Of The Johnstons". Vreemd genoeg nam Adrienne, twee jaar later,
met een track uit dit album deel aan het 8ste WPSF, wat nochtans tegen de
regels van het Festival was. Een missertje van de jurycommissie? Adrienne
kwam in 1981 om het leven tijdens een tragisch auto-ongeval.
|
De andere
Angelsaskisch mogendheid, Australië, deed het opnieuw prima: Paul O'Gorman
behaalde met zijn "Ride Ride America" een fraaie 11e plaats.
Het nummer werd een stevige hit en geldt in Australië nog steeds als een van
de klassiekers uit de jaren '70.
|

Paul
O'Gorman
"Ride Ride America"
(7"
single - pressing Japan -
inzending
Australië)
|

Paul
O'Gorman
op het 8ste
WPSF
|

Paul
O'Gorman
"Ride Ride America"
(7"
single)
|
Nieuw-Zeeland was
met Kim Hart iets minder succesvol. Kim Denise Hart, geboren in
Auckland in 1960, was de leadzangeres van de Penrose High School Band,
Chalkdust. Samen met deze groep nam ze deel aan de "Battle Of The
Bands"-wedstrijd van 1976, waarin ze de finale bereikten. Kims grote
doorbraak kwam er met de TV-musical "Sing", waarna ze een
platencontract bij EMI kreeg aangeboden en werd opgenomen onder de muzikale
vleugels van liedjesschrijver Mike Harvey. Haar eerste single, "You
Don't Need Me", werd door Mike tevens ingezonden voor het WPSF 1977. Het
resultaat was een geslaagd optreden in de Budokan Hall, maar geen
finaleplaats of onderscheiding. Met een van haar volgende singles, "On
My Toes Again" (1978), werd Kim tweede in de Nieuw-Zeelandse finale van
het South Pacific Song Contest. In 1978 verscheen ook haar enige album,
getiteld "Kim Hart", met de twee hierboven vermelde
Festival-nummers. Haar grootste hit had Kim in 1980 met "Love At First
Sight", dat de 15de plaats bereikte in de nationale hitparade en zelfs
nog beter scoorde in Australië.
|

Kim Hart - "Kim Hart"
(LP - 1978 - met "You Don't Need Me")
|
Zuid-Amerika werd
vertegenwoordigd door Wilson Simonal voor Brazilië, María del Carmen voor Mexico en Johnny Monte voor nieuwkomer Paraguay.
Deze laatste pakte met zijn "Torbellino" meteen het brons én de
Most Outstanding Performance Award. Het waren vooral Monte's warme stem én de
eigen begeleiding op een Indiaanse harp die hem de sympathie van het publiek
opleverden.
De charismatische
Wilson Simonal de Castro begon zijn carrière als swingende rocker in de jaren
'60 en groeide uit tot één van de meest succesvolle black artists in de
Braziliaanse muziekgeschiedenis. Zijn 37-jarige carrière, die maar liefst 19
albums omvatte, kende echter een dramatisch keerpunt toen hij in de jaren '70
werd beschuldigd als informant van het militaire regime, dat in Brazilië
heerste van 1964 tot 1985. Een beschuldiging die echter nooit formeel kon
worden gestaafd. Simonal werd echter verbannen door de media; een slag
waarvan hij nooit herstelde. Hij stierf in 2000, op 62-jarige leeftijd.
|

Wilson
Simona (Brazilië) -
"A
Vida É Só Pra Cantar"
(LP met
o.a. "Bia")

Wilson
Simonal - "Bia"
(7"
single - pressing Japan)
|
María del Carmen
voor Mexico
op het 8ste WPSF

María del Carmen -
"Es Mi Corazõn
Un Vagabundo"
(7" single -
pressing Japan)
|

Johnny
Monte …
schitterende
derde plaats
voor
Paraguay
|

Masanori Sera in actie
op het 8ste WPSF
|
De Grand Prix
Japan ging dat jaar naar de rockband Masanori Sera & Twist en hun
"Anta No Ballad". Die overwinning speelde trouwens een belangrijke
rol in de grote doorbraak van rock 'n' roll in de Japanse muziekindustrie.
Begin jaren '80 ging Masanori Sera solo en lanceerde sindsdien 12 albums en
diverse succesvolle singles. Mr. Sera - zoals hij zich later zou later noemen
- timmerde ook aan een filmcarrière. In 1998 was hij nog te zien in de
Japanse film "Dr. Akagi".

Masanori Sera & Twist
"Anta No Ballad"
(7" single - Grand Prix Japan)
|

Masanori Sera …
winnaar Grand Prix Japan
|
Andere succesvolle
Japanse inzendingen dat jaar waren "Road To Freedom" van Akihiko Shimomura en
"Adieux" van Kayoko Ono, die respectievelijk de 4de en 8ste
plaats behaalden. Beide artiesten begeleidden zichzelf op gitaar.
|
Akihiko Shimomura 
|
Kayoko Ono
|
Andere opvallende
vertegenwoordigers van het Aziatische continent waren: Ajie Bandi &
Hetty Koes Endang voor Indonesië (7de plaats), Hey Eunee voor
Korea (20ste), Eddie Vas voor Hong Kong (halve finalist) en Carmen
Patena voor de Filipijnen (halve finaliste).
|

Hetty Koes Endang en Ajie Bandi
voor Indonesië op het 8ste WPSF
|

Hey Eunee -
"Dangshin Manool Sarang Hae"
(7" single - pressing Japan -
inzending Korea)
|

Carmen Patena
"Choice Cuts"
(LP - Filipijnen)
|
De Yamaha
LP-traditie werd voortgezet. Zo verscheen ook van het 7de WPSF een
verzamelalbum met live-vertolking van diverse inzendingen (verschillende
albumhoezen).
|

|
WORLD POPULAR SONG FESTIVAL IN TOKYO '77
Side A
1 - Can't Hide My
Love (United Kingdom) Grand Prix
2 - Bonsoir
Tristesse (Canada)
3 - Ride Ride
America (Australia)
4 - Adieux (Japan)
5 - Torbellino
(Paraguay)
**********
Side B
1 - Anta No Ballad (Japan) Grand Prix
2 - L'Amour Monsieur (France)
3 - We've Got It Made (United Kingdom)
4 - Road To Freedom (Japan)
5 - Un Ritratto Di Donna (Italy)
|

|

|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|